De bestuurdersaansprakelijkheid in de VZW: aandachtspunten voor de bestuurder

Met de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is er in 2019 heel wat gewijzigd in het juridische landschap.

Niet alleen de verschillende vennootschapsvormen werden door de wetgever grondig aangepakt, ook de regeling van de verenigingen zoals de vereniging zonder winstoogmerk kreeg een grondige update.

De vereniging zonder winstoogmerk, ook wel de VZW genoemd, wordt in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen geregeld onder boek 9.

Boek 9 betreft niet het meest uitgebreide deel van het nieuwe Wetboek maar bevat wel een aantal opvallende vernieuwingen in vergelijking met het oude Wetboek van Vennootschappen.

Daar waar de VZW vroeger, onder het oude wetboek, nog verantwoordelijk werd gesteld voor mogelijke fouten en tekortkomingen van haar bestuurders (en dus niet de bestuurders zelf), kan in het nieuwe Wetboek de bestuurder van de VZW nu zelf wél persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.

Voor een bestuurder in een VZW is het op vandaag dus opletten geblazen.

Vroeger kon de bestuurder zich ingeval van een bestuursfout verschuilen achter de VZW zelf maar op vandaag zal deze een groter risico lopen om zelf aansprakelijk te worden gesteld.

Immers, de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de bestuurder houdt in dat hij of zij niet alleen persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor haar eigen fouten maar ook voor de fouten van zijn of haar medebestuurders.

Maar wat als u, als goede bestuurder, een fout opmerkt van een mede-bestuurder?

In dat geval is het uiterst noodzakelijk dat u onmiddellijk na de ontdekking van de fout van uw mede-bestuurder het bestuursorgaan op de hoogte stelt.

Enkel en alleen op deze manier kan u voorkomen dat u later mede-aansprakelijk wordt gesteld door bijvoorbeeld de curator. Aangezien een VZW door het nieuwe wetboek wordt gekwalificeerd als een onderneming, kan de VZW namelijk ook failliet worden verklaard.

Indien de curator die in het faillissement van de VZW werd aangesteld, vaststelt dat er fouten werden begaan door het bestuur dan zal elke bestuurder individueel worden aangesproken voor het passief van de vereniging.

De meest voorkomende vorderingen die in dat kader door de curator worden gesteld betreffen de “Wrongfull Trading” conform artikel XX.227, §1 WER en de “Kennelijk grove fout” conform artikel XX. 225, §1 WER.

De aansprakelijkheid van de bestuurders voor de “Wrongfull Trading” houdt in dat bestuurders, die een reddeloos verloren onderneming op onrechtmatige wijze hebben voortgezet, aansprakelijk gesteld kunnen worden op grond van artikel 1382 – 1383 Oud BW.

Indien bij een faillissement van een onderneming de schulden de baten overtreffen, kunnen de huidige of gewezen bestuurders, zaakvoerders, dagelijkse bestuurders, leden van een directieraad of een raad van toezicht, alsmede alle andere personen die ten aanzien van de zaken van de onderneming werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad, persoonlijk en al dan niet hoofdelijk aansprakelijk worden verklaard voor het geheel of een deel van de schulden ten belope van het tekort.

De curator zal hierbij moeten aantonen dat zij op een gegeven ogenblik voorafgaand aan het faillissement, wisten of behoorden te weten dat er kennelijk geen redelijk vooruitzicht was om de onderneming of haar activiteiten te behouden en een faillissement te vermijden en zij op dat ogenblik niet hebben gehandeld zoals een normaal voorzicht en zorgvuldig bestuurder in dezelfde omstandigheden zou hebben gehandeld.[1]

De aansprakelijkheid voor de “Kennelijk grove fout” houdt in dat bestuurders aansprakelijk kunnen gesteld worden indien een door hen begane kennelijke grove fout heeft bijgedragen tot het faillissement, dit kan er bijvoorbeeld in bestaan dat de alarmbelprocedure niet of slechts pro forma werd uitgevoerd.

Met het nieuwe wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is de aansprakelijkheid voor de bestuurder van een VZW aldus veel zwaarder dan voordien.

Daarom is het sterk aangeraden om een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten waardoor de financiële gevolgen die voortvloeien uit een bepaalde eis tegen u als bestuurder, worden afgedekt.

Om daarnaast uw eigen aansprakelijkheid te vrijwaren, zal u als bestuurder actief het beleid en bestuur van de verenging op de voet moeten opvolgen.

U kan het zich namelijk niet permitteren om de andere bestuurders in de VZW hun gang te laten gaan zonder enige controle op hun handelingen aangezien u zelf later kan meegesleurd worden voor een fout van uw mede-bestuurder waarbij u aansprakelijk kan worden gesteld met uw gehele privé vermogen.

‘Bezint eer ge begint’ is op vandaag dan ook de gouden regel bij het aanvaarden van een bestuurderschap in een VZW.

[1] Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent, 22 december 2021, onuitg.

Related Posts