Als een zorgverlener een medische fout maakt waarbij de patiënt schade wordt berokkend, kan hij hiervoor aansprakelijk worden gesteld. Een medische fout kan immers grote gevolgen hebben voor het leven van de patiënt. Dit zal niet enkel het geval zijn bij een ingreep waarbij zaken mislopen, maar tevens wanneer de zorgverlener een verkeerde diagnose of zelfs geen diagnose stelt. Recent velde het Hof van Beroep te Gent hierover een interessante uitspraak.
Op de zorgverlener rust een inspanningsverbintenis. Dit betekent dat de zorgverlener dient te handelen als een normaal, voorzichtig en zorgvuldig zorgverlener in dezelfde omstandigheden geplaatst. Een zorgverlener kan dus effectief aansprakelijk zijn als hij een diagnose mist die elke andere normale, voorzichtige en zorgvuldige zorgverlener in dezelfde omstandigheden wel zou hebben gesteld.
Het Hof oordeelde in haar arrest van 27 februari 2020 dat het missen van een diagnose niet per definitie een foutieve handeling uitmaakt.
De feiten aan de grondslag van het arrest waren de volgende. Na vele moeilijkheden en verschillende fertiliteitstrajecten werd een patiënte uiteindelijk toch zwanger. Zij ging meermaals op controle bij de gynaecoloog waarbij echografieën werden genomen. Geheel onverwacht werd het kindje echter geboren met een open rug waardoor het zowel zware fysieke beperkingen als psychologische problemen opliep.
De ouders waren van mening dat de gynaecoloog fouten beging bij de opvolging van de zwangerschap. Zij wezen erop dat de gynaecoloog had nagelaten om gedetailleerde verslagen en beeldmateriaal bij te houden naar aanleiding van de onderzoeken. Een verplichting die volgens de ouders voortvloeit uit de Richtlijnen voor het uitvoeren van een gestructureerd echografisch onderzoek in de zwangerschap zoals gepubliceerd op de site van Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie. De aangestelde gerechtsdeskundige merkte de afwijking bovendien wel op bij het bekijken van de beelden.
Toch oordeelde het Hof dat er geen fout werd gemaakt in hoofde van de gynaecoloog.
Het Hof stelde dat de richtlijn niet als een na te leven vorm dient te worden beschouwd, maar als een op termijn na te streven doel. Het doel was ten tijde van de zwangerschap nog niet bereikt en het niet-naleven van de richtlijn is volgens het Hof op zich dan ook geen fout.
De gynaecoloog dient daarentegen wel de gebruikelijke praktijken van elke normale en zorgvuldige gynaecoloog te respecteren. Het Hof meende dat ten tijde van de zwangerschap er in het algemeen geen aparte echoverslagen werden gemaakt bij de meeste gynaecologen en dat er geen systematische opslag van beeldmateriaal werd gedaan. De gynaecoloog in kwestie kon dit dan ook niet worden verweten.
Daarnaast stelde het Hof omtrent de analyse van de gerechtsdeskundige, dat het niet is omdat de gerechtsdeskundige de afwijking opmerkt, dat de gynaecoloog dat ook zou moeten hebben gedaan. De deskundige kon de beelden immers herhaaldelijk herbekijken, wetende dat er sprake was van een open rug. De gynaecoloog bekijkt de beelden echter niet talloze keren en moet op veel meer letten dan specifiek de misvorming van de open rug. Het Hof oordeelde dan ook dat de omstandigheden volledig anders waren voor de gynaecoloog en de deskundige.
De gynaecoloog kon volgens het Hof aldus geen fout worden verweten en werd dus niet aansprakelijk gesteld.
Heeft u vragen over dit onderwerp of wenst u hierover meer informatie, aarzel dan niet ons te contacteren.