Op 1 februari 2024 werd door het federaal parlement de wet tot wijziging van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt en tot wijziging van bepalingen inzake rechten van de patiënt in andere wetten inzake gezondheid goedgekeurd. Grondige wijzigingen zijn er echter niet doorgevoerd. Het doel van de wetswijzing bestond er voornamelijk uit om het bestaand regelgevend kader omtrent Patiëntenrechten te moderniseren en aan te passen aan de nieuwe evoluties in de gezondheidszorg. Verregaande wijzigingen zijn er aldus niet doorgevoerd. De volgende zeven ‘core’ rechten blijven aldus van kracht, weliswaar in een nieuw jasje.
-
- Ontvangen van een kwaliteitsvolle dienstverstrekking
- Vrij kiezen van de beroepsbeoefenaar
- Geïnformeerd worden over zijn gezondheidstoestand
- -Vrij toestemmen in een tussenkomst, met voorgaande informatie
-Vernemen of de beroepsbeoefenaar verzekerd is en gemachtigd is om zijn beroep uit te oefenen
-
- Kunnen rekenen op een zorgvuldig bijgehouden patiëntendossier, met mogelijkheid tot inzage en afschrift
- Verzekerd zijn van de bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer
- Neerleggen van een klacht bij een ombudsdienst
Eén van de voornaamste kenmerken van de nieuwe wet is de nadruk die wordt gelegd op het recht van de patiënt op toegang tot uitgebreide en begrijpelijke informatie over hun gezondheid en medische zorg. Zorgverleners worden aangemoedigd om transparantie te bieden, educatie te bevorderen en samen met patiënten beslissingen te nemen die aansluiten bij hun individuele behoeften en voorkeuren. Voortaan zal de patiënt in de mogelijkheid zijn om zijn wensen en doelen expliciet te benoemen als een behandeling ter sprake komt. In de nieuwe wet wordt dan ook expliciet voorzien in vroegtijdige zorgplanning. De zorgverlener zal ook bijzondere aandacht moeten geven aan het verstrekken van financiële informatie.
Ook wordt het regelgevend kader aangepast aan de digitale evolutie die de laatste decennia heeft plaatsgevonden. De patiënt heeft voortaan het recht om gebruik te maken van digitale hulpmiddelen om hun gezondheid te bewaken of informatie te delen met zorgverleners en op afstand zorg te ontvangen wanneer dat nodig is. Zo zal het voortaan verplicht zijn voor zorgverleners om de patiëntengegevens beschikbaar te stellen via de door de overheid gevalideerde platformen.
Uiteraard brengen dergelijke digitale transformaties ook uitdagingen met zich mee. In de nieuwe wet wordt dan ook uitdrukkelijk het belang benadrukt van het waarborgen van de vertrouwelijkheid van medische gegevens.
Daarnaast wordt de samenwerking tussen zorgverlener en patiënt centraal gesteld. Zo wordt de medewerkingsplicht van de patiënt (art. 4) vervangen door een verplichting van de zorgverlener en de patiënt om samen te werken aan de optimale verstrekking van gezondheidszorg voor de patiënt.