WAT MET HUISDIEREN NA EEN SCHEIDING?

De inboedelverdeling na een scheiding is een zeer moeilijke aangelegenheid. Onder de inboedel vallen alle roerende goederen die zich in en om het huis bevinden en die niet uitgebroken moeten worden. Voor de verdeling ervan wordt de algemene regel gehanteerd dat alles van allebei is, behalve de goederen die men elk afzonderlijk al had voor het huwelijk. Voor de wettelijke samenwoning of het stelsel van scheiding van goederen wordt dan weer de regel gehanteerd dat wat van jou is, van jou blijft. Artikel 3.39, lid 2 van het NBW stelt dat de bepalingen met betrekking tot roerende goederen ook van toepassing zijn op dieren, met inachtneming van de wettelijke en reglementaire bepalingen ter bescherming van dieren en van de openbare orde.

Het voorgaande kan tot pijnlijke gevolgen leiden. Indien u bijvoorbeeld trouwt en uw partner trekt bij u in met zijn/haar hond, waarmee u na verloop van tijd een sterke affectieve band ontwikkelt, kan deze conform voormelde wetsbepaling na een breuk de hond ook terug meenemen zonder dat u er nog mee contact mag hebben. Uit de praktijk blijkt echter dat de soep ook op dit vlak niet zo heet wordt gegeten als ze wordt opgediend.

Eén en ander heeft te maken met de inwerkingtreding van het nieuwe goederenrecht. Zo bepaalt het nieuwe artikel 3.39 NBW eveneens dat dieren een gevoelsvermogen en biologische noden hebben. Hierdoor kunnen dieren dan ook niet meer worden aanzien als zuivere roerende goederen, hetgeen een opening laat voor de rechters om de strikte regelgeving omtrent de verdeling van roerende goederen genuanceerder toe te passen. Zo wordt er niet enkel meer gekeken naar het zuivere eigendomsrecht, maar ook naar andere zaken zoals de affectieve band die bestaat met het dier.

Waar men vroeger moest rekenen op de ‘goodwill’ van de eigenaar, laat het voorgaande toe om een omgangsrecht met het dier te bekomen via de rechtbank zonder dat u de juridische eigenaar bent. Het Hof van Beroep te Antwerpen verantwoordde dit in haar mijlpaal-arrest dd. 29 april 2019 als volgt:

“Ook dieren zijn anno 2019 dragers van bepaalde rechten waardoor het niet meer te verantwoorden is om dieren te herleiden tot loutere voorwerpen. Het “baasje” van een huisdier (los van de kwalificatievraag naar zijn eigendomsrecht of het bewijs daarvan: een hond kan in die optiek ook meerdere “baasjes” hebben) kan ook bepaalde affectieve banden met het dier hebben aangeknoopt, die een zekere mate van instandhouding van deze banden, ondanks de relatiebreuk tussen de partners, naderhand kan verantwoorden, zelfs los van het eigendomsrecht (..)” 

Indien u hierover advies wenst, aarzel dan zeker niet om ons te contacteren.

Related Posts