Verplichting tot het aanbieden van elektronisch betaalmiddel vanaf 1 juli 2022

Elektronisch betalen is de laatste jaren meer en meer de norm geworden. Deze trend kwam door de coronacrisis nog eens in een stroomversnelling. Desondanks zijn er vandaag nog steeds ondernemingen die enkel cash betalingen aanvaarden.

De regering wil dit voorkomen en diende daarom enkele maanden geleden een wetsontwerp in waarbij een verplichting tot het aanbieden van minstens één elektronische betaalmogelijkheid aan consumenten ingevoerd werd. Dit wetsontwerp werd op 10 maart 2022 goedgekeurd door de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Vanaf 1 juli 2022 moeten alle ondernemingen in België die economische activiteiten uitvoeren gericht op consumenten, elektronisch betalen mogelijk maken en aldus minstens één elektronische betaalvorm aanbieden. Deze verplichting geldt niet in relaties tussen ondernemingen.

Elektronisch betalen is veel meer dan betalen met een bankkaart. Een elektronisch betaalmiddel is immers elk betaalmiddel waarbij geen gebruik wordt gemaakt van biljetten of muntstukken. Dus ook betalingen met Payconiq, Applepay, Paypal, Mollie etc. vallen hieronder.

Maaltijdcheques, ecocheques en consumptiecheques daarentegen, vormen geen elektronisch betaalmiddel.

De reden waarom nog niet alle handelszaken een elektronisch betaalmiddel aanbieden, ligt in de transactiekost. In sommige gevallen ligt de transactiekost hoger dan de winst die een onderneming maakt op een verkoop (denk bijvoorbeeld aan de verkoop van één brood). De transactiekost kan evenwel onderhandeld worden met de provider. Soms wordt bijvoorbeeld overeengekomen om geen transactiekosten aan te rekenen onder een bepaald bedrag of wordt de kost kleiner naarmate het aantal transacties stijgt.

Op de website van de bankenfederatie Febelfin wordt een overzicht geboden van alle mogelijke elektronische betaalmiddelen die er bestaan en welk kostenplaatje hierbij komt kijken (https://www.febelfin.be/nl/dossiers/met-de-kaart-betalen-je-zaak-dat-kan-op-3-manieren-en-4-stappen).

Van belang hierbij is dat ondernemingen geen rechtstreekse kosten mogen aanrekenen aan consumenten voor het gebruik van een elektronisch betaalmiddel.

Uiteraard blijven cash betalingen nog steeds mogelijk. Ondernemingen mogen cash betalingen in principe zelfs niet weigeren. Uitzondering geldt voor betalingen in cash die worden verricht of ontvangen boven de 3.000,00 EUR, dewelke conform de antiwitwaswetgeving niet in cash mogen worden verricht.

De verplichting tot het aanbieden van minstens één elektronische betaalvorm treedt in voege op 1 juli 2022. Wie deze verplichting niet naleeft, kan worden gesanctioneerd door de Economische inspectie met een geldboete van 26,00 tot 10.000,00 EUR, vermenigvuldigd met 8 opdeciemen.

Bron:

Related Posts