Fiscus mag onrechtmatig verkregen bewijs verkregen tijdens fiscale visitatie gebruiken tegen belastingplichtige

Eind april 2022 sprak het Hof van Cassatie zich uit over de vraag of de fiscus onrechtmatig verkregen bewijs tijdens een fiscale huiszoeking bij de belastingplichtige mag gebruiken tegen de belastingplichtige om een belastingverhoging of boete op te leggen.

Om na te gaan of de boekhouding correct is gebeurd, mag de fiscus een fiscale visitatie uitvoeren in de beroepslokalen en alle boeken en bewijsstukken nakijken die de fiscus in deze beroepslokalen kan terugvinden.

De belastingplichtige dient hierbij in principe de vrije toegang te verlenen tot zijn of haar beroepslokalen en dient daarbij ook de volle medewerking te verlenen aan de belastingcontroleur.

In 2017 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat in hoofde van de belastingplichtige een fiscale meewerkplicht rust, doch dat de fiscus bij een fiscale visitatie niet over een algemeen, onvoorwaardelijk en onbeperkt recht van vrije toegang beschikt om de beroepslokalen te betreden.

Weigert de belastingplichtige aldus om medewerking te verlenen en de toegang te verlenen, dan zal de fiscus de beroepslokalen niet kunnen betreden.

Wat betreft de privé lokalen van de belastingplichtige zoals zijn of haar particuliere woning, dient de fiscus over een machtiging van de politierechter te beschikken om deze te doorzoeken.

De zaak die aan het Hof van Cassatie in 2022 werd voorgelegd, had betrekking op een fiscale visitatie van de Bijzondere Belastinginspectie in 2013. Daarbij werden de privé lokalen van de belastingplichtige door de fiscus doorzocht waarbij de fiscus beschikte over een machtiging van de politierechter.

Evenwel werd later in de procedure ten gronde door het Hof van Beroep gesteld dat uit geen enkel feit van het dossier blijkt dat de belastingplichtige vooraf kennis had van deze machtiging van de politierechter. Bijgevolg beschikte de belastingplichtige aldus niet over de mogelijkheid om zich tegen het bezoek van de fiscus te verzetten.

Het bewijs dat door de fiscus werd verkregen tijdens dit bezoek in de privé lokalen van de belastingplichtige, maakt aldus onrechtmatig verkregen bewijs uit volgens de belastingplichtige en het Hof van Beroep.

Het Hof van Cassatie denkt hier echter anders over en stelt dat niet kan worden belet dat bewijsmateriaal toch wordt gebruikt door de fiscus indien dit op een onrechtmatige manier is verkregen.

Immers stelt het Hof dat het niet kan zijn dat het gehele onderzoek door de fiscus teniet wordt gedaan door een fout van de fiscus.

Het Hof stelt hierbij dat wel moet worden nagegaan of het recht op een eerlijk proces van de belastingplichtige in gedrang wordt gebracht. In casu oordeelde het Hof dat hiervan geen sprake was waardoor het arrest van het Hof van Beroep door het Hof van Cassatie werd verbroken.

Bron:

GwH, 12 oktober 2017, nr. 116/2017 – rolnummer 6503