Pijnpunten van de nieuwe verordening inzake Europese Groene Obligaties

Op 21 december 2024 ging de Europese Verordening 2023/2631 betreffende Europese Groene Obligaties (EuGB-Verordening) van kracht. Deze verordening introduceert een vrijwillige, maar juridisch bindende “gouden standaard” voor de uitgifte van groene obligaties in de Europese Unie. Hoewel het initiatief een belangrijk instrument beoogt te zijn in de financiering van de groene transitie, stuiten emittenten in de praktijk op enkele fundamentele obstakels bij de toepassing ervan.

De eerste is de nauwe koppeling met de Taxonomieverordening. De opbrengsten van een EuGB moeten volledig worden aangewend voor projecten die voldoen aan de criteria van de EU-taxonomie, inclusief de technische screeningscriteria. Hoewel dit bijdraagt aan de integriteit van het label en het risico op greenwashing verkleint, vormt het in de praktijk een complexe opgave voor veel potentiële emittenten.
De EuGB-Verordening erkent deze bezorgdheden gedeeltelijk door in artikel 5 een zekere flexibiliteit toe te staan: maximaal 15% van de opbrengsten mag worden besteed aan activiteiten die in grote lijnen aan de taxonomie voldoen, maar waarvoor de technische screeningscriteria nog niet kunnen worden aangetoond. Of deze marge voldoende is, blijft evenwel de vraag.

De tweede structurele uitdaging is de prospectusplicht die geldt voor het gebruik van het EuGB-label, behalve wanneer de obligaties worden uitgegeven of gegarandeerd door overheden. Deze verplichting kwam er op aandringen van het Europees Parlement, dewelke de aansprakelijkheid van emittenten voor het groene gebruik van de opbrengsten wenste te versterken via de toepasselijkheid van de Prospectusverordening. In de praktijk is het opstellen van een goedgekeurde prospectus echter tijdrovend, kostbaar en juridisch complex. Dit vormt voornamelijk voor KMO’s een struikelblok.

Hoewel de eerste succesvolle toepassingen van de EuGB-Verordening laten zien dat het label kan bijdragen aan meer transparantie en vertrouwen in de markt voor groene obligaties, lijkt het instrument in zijn huidige vorm vooral geschikt voor grote, ervaren emittenten of overheidsinstanties. Voor kleinere spelers blijven de toetredingsdrempels voorlopig hoog. Indien de EU de EuGB als prominent financieringsmiddel in functie van de groene transitie wil inzetten, zal aanvullende wet- en regelgeving nodig zijn om de vereisten werkbaar te maken voor een breder spectrum aan marktdeelnemers. Tot dat moment zal een aanzienlijk deel van de bestaande markt voor groene obligaties zich waarschijnlijk buiten het bereik van het EuGB-label blijven ontwikkelen.

BRON: VERORDENING (EU) 2023/2631 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 november 2023

Related Posts