HET NIET-AFWERVINGSBEDING EN DE VRIJE KEUZE VAN DE PATIËNT

Een niet-afwervingsbeding houdt in dat een contractpartij zich ervan onthoudt om gedurende een bepaalde termijn na beëindiging van de overeenkomst, patiënten en/of personeel van zijn medecontract af te werven. Een dergelijk beding wordt quasi altijd opgenomen in overeenkomsten tussen zorgverstrekkers en de praktijken waarvoor ze werkzaam zijn. In de praktijk wordt aan de niet-naleving van dit beding veelal een vergoeding gekoppeld per patiënt en/of personeelslid die wordt afgeworven. De berekening van deze vergoeding gebeurt doorgaans aan de hand van de omzet die desbetreffende patiënt en/of personeelslid maandelijks genereert.

In het verleden zijn er al vaak discussies gerezen omtrent de verenigbaarheid van zulke bedingen met de vrije keuze van de patiënt zoals veruitwendigd in artikel 6 van de Wet Patiëntenrechten.

“Art. 6. De patiënt heeft recht op vrije keuze van de beroepsbeoefenaar en recht op wijziging van deze keuze behoudens, in beide gevallen, beperkingen opgelegd krachtens de wet.”

 De belanrijke nuance die in deze discussie moet worden gemaakt is het feit dat een niet-afwervingsbeding geenszins een afwervingsverbod uitmaakt. De patient kan immers nog steeds zelf beslissen door wij hij verzorgd wordt. De zorgverstrekker zal weliswaar een vergoeding moeten betalen indien hij/zij een patiënt en/of een personeelslid afwerft van zijn voormalige praktijk gedurende de bepaalde periode dat het niet-afwervingsbeding van kracht is, zolang dat deze niet dermate hoog is, met een de facto onmogelijkheid voor de patient om van zorgverstrekker te veranderen als gevolg, zal dit geen inbreuk vormen op het bovenstaande artikel 6 van de Wet Patiëntenrechten. Dit is reeds meermaals bevestigd in verscheidene vonnissen en arresten.

De vergoeding, gekoppeld aan de niet-naleving van het niet-afwervingsbeding, dient dan ook niet aanschouwd te worden als een puur afschrikmiddel opdat de zorgverstrekker niet met een hele resem patienten aan de haal gaat, doch eerder als een middel om de investeringen van de praktijk veilig te stellen en het verlies aan inkomsten, hetgeen een onvermijdelijke consequentie is van het verlies van een patiënt, op te vangen. Patiënten zijn immers onmisbaar voor de werking van een praktijk.

Om een zekere vorm van rechtvaardigheid in te bouwen, wordt op het niet-afwervingsbeding vaak een uitzondering voorzien voor patienten die u zelf heeft aangebracht. Om latere discussies te vermijden, valt het sterk aan te raden om de namen van elk van deze patiënten in de loop van de samenwerking door te geven en voor akkoord schriftelijk te laten aftekenen door de praktijk.

Related Posts