Geen startkapitaal nodig om BV op te richten: wat zijn de voor- en nadelen?

De BV (besloten vennootschap) – voorheen gekend als de BVBA – is de facto de populairste vennootschapsvorm in België. “Besloten” slaat op het feit dat de aandelen enkel kunnen worden overgedragen met de toestemming van de andere aandeelhouders. In dat opzicht kan worden gesproken over een personenvennootschap in plaats van een kapitaalvennootschap.

Sinds de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (1 mei 2019) is de vereiste van het minimumkapitaal niet meer van toepassing. In de oude BVBA bedroeg dit 18.550,00 EUR waarvan een deel diende te worden volstort door de oprichters bij de oprichting van de BVBA.

In de nieuwe BV is dit niet meer nodig, hetgeen uiteraard zorgt voor veel meer flexibiliteit bij de oprichting. Bij de oprichting dient men echter wel rekening te houden met het feit dat het aanvangsvermogen toereikend moet zijn voor de beoogde activiteit van de vennootschap. De financiële haalbaarheid van de op te richten BV wordt toegelicht door middel van een gedetailleerd financieel plan onder toezicht van een accountant. In dat opzicht is het financieel plan belangrijker geworden dan bij de oude BVBA. Het achterliggende idee is dat uit dit plan afdoende dient te blijken dat BV de eerste twee jaren van haar bestaan kan overleven.

Let wel, de inhoud van bovenvermeld plan is bij wet vastgelegd. Artikel 5:4. § 2 WVV stelt dat het financieel plan de volgende elementen dient te bevatten:

    • een nauwkeurige beschrijving van de voorgenomen bedrijvigheid;
    • een overzicht van alle financieringsbronnen bij oprichting, in voorkomend geval, met opgave van de in dat verband verstrekte zekerheden;
    • een openingsbalans opgesteld volgens het schema bedoeld in artikel 3:3, evenals geprojecteerde balansen na twaalf en vierentwintig maanden;
    • een geprojecteerde resultatenrekening na twaalf en vierentwintig maanden, opgesteld volgens het schema bedoeld in artikel 3:3;
    • een begroting van de verwachte inkomsten en uitgaven voor een periode van minstens twee jaar na de oprichting;
    • een beschrijving van de gehanteerde hypotheses bij de schatting van de verwachte omzet en de verwachte rentabiliteit;
    • in voorkomend geval, de naam van de externe deskundige die bijstand heeft verleend bij de opmaak van het financieel plan.

Het financieel plan is van uitermate belang. Indien de opgerichte BV binnen de eerste drie jaar failliet zou gaan, is het net dit financieel plan dat zal worden gebruikt als toetssteen. Indien er uit het financieel plan zou blijken dat het aanvangsvermogen niet toereikend was om de eerste twee jaar te overbruggen, kan dit leiden tot oprichtersaansprakelijkheid zoals bepaald in artikel 5:16. 2° WVV. Dit betekent dat de oprichters, zoals vernoemd in de statuten, van de BV hoofdelijk en persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor de opgelopen schulden indien zou blijken dat het aanvangsvermogen van de BV duidelijk ontoereikend was om de eerste twee jaar te overbruggen.

Kleine nuance, op heden kan men een BV oprichten met bv. twee oprichters maar waarbij bepaalde oprichters uitdrukkelijk worden opgenomen als niet-oprichters, en alzo niet aan deze aansprakelijkheidsvorm onderhevig zijn.

In dat opzicht is de samenwerking tussen de advocaat en de accountant vitaal. Accountants worden bij het opstellen van het financieel plan vaak geconfronteerd met specifieke juridische vraagstukken. Een goede samenwerking tussen advocaat en accountant heeft namelijk tot gevolg dat procedures met betrekking tot oprichtersaansprakelijkheid en problemen bij fiscale controles vermeden kunnen worden.

Wenst u hierover meer informatie of heeft u hulp nodig bij de oprichting van uw BV, aarzel dan niet om ons te contacteren.

https://www.notaris.be/nieuws-pers/detail/geen-startkapitaal-nodig-om-een-bv-op-te-richten-wat-zijn-de-voor-en-nadelen

Related Posts