In de strijd tegen fiscale fraude schrijft de wet van 17 maart 2022 de mogelijkheid voor om fiscale multidisciplinaire onderzoeksteams (MOTEM) op te richten onder leiding van het Openbaar Ministerie en bestaande uit gespecialiseerde politiediensten en fiscale ambtenaren van de FOD Financiën. Zij hebben als taak om inbreuken inzake directe belastingen, btw en feiten van witwassen vast te stellen
Op 9 februari 2023 legden 24 fiscale ambtenaren de eed af in handen van de procureurs-generaal. Hieruit volgt dat zij vanaf nu deel uitmaken van een fiscale MOTEM die tijdelijk en per dossier wordt opgericht. In hun ‘bijkomende’ hoedanigheid van Officier van de Gerechtelijke Politie (OGP) hebben deze fiscale ambtenaren diverse bevoegdheden.
In uitvoering van de wet van 17 maart 2022, werden door het College van procureurs-generaal richtlijnen uitgevaardigd die de oprichting, samenstelling en werkwijze van de fiscale MOTEM’s concretiseren. (cfr. Omzendbrief College van procureurs-generaal).
Het is namelijk zo dat het Openbaar Ministerie beslist om al dan niet een MOTEM samen te stellen. Daarenboven kan een MOTEM enkel worden opgericht indien ambtenaren van de fiscale administratie met een specifieke expertise een grote meerwaarde kunnen bieden.
Wanneer het Openbaar Ministerie beslist om een MOTEM samen te stellen, dient zij de beslissing tot samenstelling van een MOTEM aan de Dienst Coördinatie Anti-Fraude (CAF van de FOD Financiën) mee te delen. Zij deelt daarnaast ook de identiteit van de belastingplichtige, de plaats van de onderzoeksdaden, en de periode waarin de fiscale ambtenaar aan de MOTEM zal deelnemen. Het is de taak van de BBI-administratie om de deelnemende ambtenaren aan te wijzen. De fiscale wet verbiedt echter om fiscale ambtenaren van de BBI in te zetten die betrokken zijn in een lopend administratief onderzoek tegen de betrokken belastingplichtige. De Omzendbrief gaat daarin nog een stapje verder door een verbod op te leggen aan het inzetten van fiscale ambtenaren die het dossier van de belastingplichtige in de loop van de voorbije vijf jaar hebben behandeld. Vervolgens is het aan de onderzoeksleider om een onderzoeksplan op te maken(doelstelling onderzoek, in te zetten middelen, timing, werkplek, …). Dit plan moet worden voorgelegd en goedgekeurd door het Openbaar Ministerie. De onderzoeksleider zal met tussentijdse evaluaties de opvolging van het plan verzekeren. Wanneer de activiteiten van elke MOTEM worden beëindigd, zullen de betrokken fiscale ambtenaren het verloop ervan middels een korte nota evalueren.
Belangrijk om bij deze MOTEM’s voor ogen te houden is dat de fiscale ambtenaar die aan een MOTEM deelneemt onder het hiërarchische gezag en toezicht van de FOD Financiën staat. Wanneer de fiscale ambtenaar opdrachten uitvoert binnen de MOTEM, dient hij de opdrachten van het bevoegde Openbaar Ministerie te volgen. Dit komt omdat de fiscale ambtenaar op dat moment optreedt als een Officier van de Gerechtelijke Politie (bv. vereiste van legitimatiekaart bij onderzoekshandelingen, het opstellen van processen-verbaal, het afnemen van verhoren en het deelnemen aan huiszoekingen, …). Bovendien kan de fiscale ambtenaar de bewijzen die hij vergaarde tijdens de MOTEM niet zomaar aanwenden voor fiscale doeleinden. Als hij dit wenst te doen, dan dient hij hiervoor toestemming tot inzage in het strafdossier te vragen op grond van de bepalingen uit de fiscale wetboeken, namelijk artikelen 327, §1, lid 2 WIB92 en 93quaterdecies, §1, lid 3 WBTW. Tot zolang de toestemming niet wordt gegeven, wordt alle informatie die binnen het kader van de MOTEM werd verzameld door het geheim van het onderzoek gedekt.
Het is wel zo dat een nieuwe MOTEM ad hoc en tijdelijk kan worden opgericht met het oog op de opsporing en vaststelling van eender welke inbreuk bedoeld in het Wetboek der Inkomstenbelastingen. Zoals bij elke instantie is het aangewezen om een controle mechanisme in te bouwen teneinde de kans op misbruik zo veel mogelijk te vermijden. Indien u als belastingplichtige geconfronteerd zou worden met een controle door een fiscale MOTEM, is het steeds aangewezen om na te gaan of aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan (bv. correcte aanstelling van de fiscale ambtenaren, geen ‘voorkennis’ van fiscale ambtenaren, correcte inzage van het strafdossier, geldige legitimatiekaart tijdens hun onderzoekshandelingen, …).