De procedure van gerechtelijke reorganisatie als tijdelijke bescherming tegen het faillissement

Een onderneming die geconfronteerd wordt met moeilijkheden zal vaak allerlei maatregelen nemen met het oog op het vermijden van een mogelijk faillissement. Zo zal ze de kosten trachten terug te dringen en onder controle te houden, een strikt kasbeheer voeren en overbruggingskredieten trachten te bekomen. De druk van de schuldeisers kan soms echter zodanig zwaar zijn zodat de continuïteit van de onderneming in het gedrang komt.

In dit geval kan een gerechtelijke reorganisatieprocedure (GRP) aan de onderneming in moeilijkheden de nodige ademruimte geven om duurzame oplossingen uit te werken.

Het doel van de procedure van gerechtelijke reorganisatie is om, onder toezicht van de rechter, de continuïteit van het geheel of een geheel van de activiteiten van een onderneming te behouden. Om in aanmerking te komen voor de GRP, moet er dus aangetoond worden dat de continuïteit van de onderneming bedreigd wordt.

Om de continuïteit van de onderneming te behouden kan er tijdens de gerechtelijke reorganisatie gestreefd worden om:

      • een minnelijk akkoord te sluiten met minstens twee schuldeisers;
      • een collectief akkoord te sluiten met alle schuldeisers;
      • een overdracht onder gerechtelijk gezag te verkrijgen van het geheel of een gedeelte van de activiteiten van de onderneming

Je kan ervoor kiezen om onder toezicht van de gedelegeerd rechter een minnelijk akkoord te bereiken met minstens twee schuldeisers. Dat akkoord kan bv. een afbetalingsplan zijn, een gedeeltelijke kwijtschelding, etc. Een belangrijk verschil met het collectief akkoord, is dat de schuldeisers met wie je een akkoord wil sluiten allemaal akkoord moeten gaan (bij een collectief akkoord moet enkel de meerderheid van de schuldeisers akkoord gaan). Je bent hier dus afhankelijk van de goede wil van je schuldeisers. Je kan de rechter wel vragen om betalingstermijnen toe te staan, die dan wel opgelegd kunnen worden aan de schuldeisers. Wanneer een minnelijk akkoord is bereikt, wordt het akkoord door de rechtbank bindend verklaard en sluit de rechtbank de procedure van gerechtelijke reorganisatie af.

Je kan er ook voor kiezen om, onder toezicht van de gedelegeerd rechter, een collectief akkoord te sluiten. De procedure van het collectief akkoord houdt in dat je een reorganisatieplan voorstelt aan al je schuldeisers. Samengevat, houdt een reorganisatieplan in dat je een afbetalingsplan voorstelt van het geheel of een deel van je schulden over een periode van maximum vijf jaar. Een deel van de schulden kan hieronder dus worden kwijtgescholden. In tegenstelling tot de procedure van het minnelijk akkoord moeten niet al je schuldeisers akkoord gaan met het reorganisatieplan. Het volstaat dat de meerderheid van de schuldeisers akkoord gaat. Het reorganisatieplan wordt daardoor ook bindend t.o.v. schuldeisers die niet akkoord zijn gegaan. Wanneer een collectief akkoord is bereikt, wordt het akkoord door de rechtbank bindend verklaard en de sluit de rechtbank de procedure van gerechtelijke reorganisatie af.

De overdracht onder gerechtelijk gezag houdt in dat het geheel of een gedeelte van de activiteiten van je onderneming worden overgedragen naar een andere onderneming. Het organiseren en realiseren van de overdracht gebeurt door een gerechtsmandataris. De rechtbank zal de procedure afsluiten wanneer de overdracht onder gerechtelijk gezag is gerealiseerd.

Een gerechtelijke reorganisatieprocedure kan slechts slagen indien je onderneming nog enige overlevingskans heeft. Indien het businessmodel van de onderneming fundamenteel fout zit, indien alle liquide middelen van de onderneming zijn uitgeput of indien de schuldeisers en andere stakeholders ieder vertrouwen in de onderneming of haar bestuurders kwijt zijn, zal de GRP meestal geen oplossing bieden. Het is vooral van belang om de problemen tijdig te onderkennen en tijdig in te grijpen.

Een GRP kan daarenboven ook aan de bestuurders de nodige tijd bieden om de alternatieven te bekijken en zich voor te bereiden op een mogelijk faillissement. De plicht voor de bestuurders om aangifte te doen van faillissement is immers opgeschort tijdens de periode van opschorting toegekend in een procedure gerechtelijke reorganisatie. Bijgevolg geeft de GRP de bestuurders de mogelijkheid om een “zachte landing” voor te bereiden zonder hun persoonlijke aansprakelijkheid in gedrang te brengen.

Wenst u meer te weten over de procedure tot gerechtelijke reorganisatie van ondernemingen, aarzel dan zeker niet om contact op te nemen met ons.

Bron:

https://www.notaris.be/ondernemen/financiele-moeilijkheden/gerechtelijke-reorganisatie

Related Posts