In principe geldt een handelshuurovereenkomst voor een minimum van 9 jaar. Doch is een verkorting van deze termijn mogelijk. Een handelshuurovereenkomst is ook mogelijk voor een duurtijd van maximaal 1 jaar. Men spreekt hierbij ook wel van een pop-up.
Er moet hierbij ook sprake zijn van een onroerend goed of gedeelten van een onroerend goed die in hoofdzaak gebruikt wordt voor het uitoefenen van een kleinhandel of het bedrijf van de ambachtsman, waarbij er een rechtstreeks contact is tussen de huurder en het publiek. Deze overeenkomst moet ook uitdrukkelijk worden gesloten voor een termijn van één jaar of korter.
Wat niet van belang is, is op welke wijze dat het contact tussen de huurder en het publiek tot stand komt en of de huurder al dan niet eigenaar is van de handelszaak die aanwezig is in het gehuurde onroerend goed.
Deze handelshuurovereenkomst eindigt van rechtswege op hun einddatum, zonder dat hiervoor een opzegging voor nodig is. In dit geval heeft de huurder ook geen recht op een huurhernieuwing. Wel kunnen de partijen hiervan afwijken en kunnen zij eenmaal of meermaals schriftelijk de overeenkomst verlengen zonder dat deze de totale duur van één jaar mag overschrijden. Respecteren de partijen deze regel niet, zal de huurovereenkomst gekwalificeerd worden als een handelshuur aangegaan voor een duur van 9 jaar.
De huurder heeft het recht om te allen tijde de lopende huur te beëindigen. Hiervoor moet de huurder een opzeg geven van 1 maand bij gerechtsdeurwaardersexploot of bij ter post aangetekende brief. Een uitzondering hierop is als de partijen hier schriftelijk van afwijken. Dit moet verplicht bij geschrift worden vastgesteld.
De vraag kan gesteld worden of de huurder het recht heeft op verbouwingen gezien de korte tijd van de handelshuur. In principe heeft de huurder het recht om elke verbouwing uit te voeren aan het gehuurde goed. Doch zijn er hier voorwaarden aan verbonden. Deze verbouwingen moeten dienstig zijn voor de onderneming en de kosten mogen niet één jaar huur boven gaan. Daarnaast mogen de verbouwingen noch de veiligheid, noch de salubriteit en noch de esthetische waarde van het gebouw in gedrang komen. Als laatste moet de verhuurder voor de aanvang van de werken schriftelijk in kennis worden gesteld. Indien de voorwaarden niet worden gerespecteerd, kan de verhuurder de werken doen stopzetten ingevolge een eenvoudige beschikking van de vrederechter. Wanneer de verbouwingen zijn uitgevoerd op kosten van de huurder, kan de verhuurder de verwijdering ervan bij vertrek van de huurder vorderen. Indien de verhuurder de uitgevoerde verbouwingswerken behoudt, is hij geen vergoeding verschuldigd.
Bron: decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambacht