De gezinswoning bij echtscheiding

Wanneer personen uit het echt scheiden, brengt dit heel wat vragen met zich mee. Zo wordt vaak de vraag gesteld wat er met de gezinswoning zal gebeuren. Het lot van de gezinswoning is afhankelijk van wat partijen willen. Hieronder worden de meest voorkomende mogelijkheden uiteengezet.

De eerste mogelijkheid die partijen hebben is om de gezinswoning te verkopen.

Partijen kunnen ervoor kiezen om de gezinswoning te verkopen. Deze situatie doet zich meestal voor wanneer partijen elkaar niet kunnen uitkopen. De verkoopsom zal dan eerst gebruikt worden om een eventueel openstaand saldo van een hypothecair krediet of lening terug te betalen aan de bank, net als de eigen inbreng(en) indien die aanwezig is, waarna het resterend saldi zal verdeeld worden.

De tweede mogelijkheid die partijen hebben is dat één partij de gezinswoning overneemt.

Wanneer een partij over voldoende financiële middelen beschikt kan hij of zij de gezinswoning overnemen. Er zijn verschillende methodes om de verkoopwaarde van een woning te bepalen. Zo kunnen partijen onderling een overnameprijs bepalen. Het is mogelijk dat partijen geen eensgezindheid bereiken over de overnameprijs van de gezinswoning. Het is dan aangewezen om beroep te doen op een onafhankelijke schatter.

De partij die de gezinswoning overneemt, zal de enige kredietnemer worden. Hieruit volgt dat hij of zij alleen de lening dient verder af te betalen.

De derde mogelijkheid die partijen hebben is om de gezinswoning niet meteen te verkopen.

Het is mogelijk dat één van de partijen in de woning wenst te blijven, maar de financiële middelen niet heeft om de woning over te nemen. Partijen kunnen samen beslissen om de gezinswoning in onverdeeldheid te laten. Dit houdt in dat beide partijen eigenaar van de gezinswoning blijven, elk voor een onverdeeld deel.

Op basis van artikel 815 van het oud Burgerlijk Wetboek kan een onverdeeldheid maximaal 5 jaar duren en het kan maximaal voor een extra 5 jaar verlengd worden.

Op grond van een arrest van 20 september 2013 van het Hof van Cassatie kunnen ex-partners bij een vrijwillige onverdeeldheid de maximumtermijn van 5 jaar eventueel overschrijden. In dat geval moet er weldegelijk een opzegmodaliteit of een einddoel opgenomen worden. Dit kan bijvoorbeeld de datum zijn waarop alle kinderen meerderjarig zijn.

Een onverdeeldheid heeft tevens financiële gevolgen, in het bijzonder op vlak van de kosten verbonden aan de gezinswoning. Zo moet er een onderscheid gemaakt tussen bewonerskosten en eigenaarskosten. Vaak rust er een hypothecaire lening op de gezinswoning en moet deze verder worden afbetaald, evenals zal de partij die in de woning blijft een woonstvergoeding moeten betalen. Vaak wordt in de praktijk overeengekomen dat diegene die in de woning blijft géén woonstvergoeding is verschuldigd aan de andere partij op voorwaarde dat deze de hypothecaire lening verder alleen aflost.

Wanneer partijen beslissen om de gezinswoning in onverdeeldheid te houden, dan hebben zij geen verplichting om dit te laten vastleggen in een notariële akte. Het is nochtans aangeraden om dit toch te doen opdat enkele risico’s kunnen beperkt worden. Zo kan er in een notariële akte een termijn van onverdeeldheid vastgelegd worden.

Related Posts