De kerstperiode staat weer voor de deur waardoor velen onder ons kunnen uitkijken naar een welverdiende vakantie. Traditioneel gaat deze periode dan ook gepaard met een massale uitstroom naar warmere- of skigebieden, niet zelden middels het vliegtuig. De ervaring leert echter dat de opgestelde vluchtschema’s vaak niet worden nageleefd. Waar iedereen hoopt op de stiptheid van een Zwitsers horloge, gaat de metaforische vergelijking met een goedkoop Ali Baba exemplaar beter op. Maar wat zijn nu juist uw rechten indien u wordt geconfronteerd met ellenlange vertragingen van uw vlucht?
Dankzij de Europese Verordening 261/2004 zijn luchtvaartmaatschappijen verplicht een vergoeding uit te keren voor het tijdsverlies dat gepaard gaat met de vertraging. De vergoeding wordt afhankelijk gesteld van volgende factoren: het aantal uren vertraging, de afstand van de vlucht, binnen/buiten Europa en overmacht.
Om aanspraak te kunnen maken op een vergoeding dient uw vlucht vooreerst minstens drie uur vertraging opgelopen hebben. Indien de vertraging minder dan drie uur bedraagt maar wel meer dan twee uur, hebt u wel recht op verzorging. Dit houdt onder andere in dat de luchtvaartmaatschappij u moet voorzien van eten of een veel te duur geprijsd kopje koffie in de terminal.
De hoogte van de vergoeding wordt vervolgens afhankelijk gesteld van de afstand van uw vlucht. Bij vertraagde vluchten tot 1.500 km zal u recht hebben op 250 EUR, van 1.500-3.500 km op 400 EUR en van meer dan 3.500 km op 600 EUR. Indien in het laatste geval de vluchtvertraging minder dan 4 uur bedraagt, zal dit bedrag gehalveerd worden.
Aangezien het compensatierecht geput wordt uit Europese regelgeving, zal deze bijgevolg enkel van toepassing zijn indien er een Europees aanknopingspunt is, zijnde de noodzaak dat de vlucht start vanuit een EU-land of dat u vliegt naar de EU met een Europese luchtvaartmaatschappij.
Daarnaast kunnen luchtvaartmaatschappijen ook vrijgesteld worden van voormelde vergoedingen indien de vertraging is opgetreden ingevolge van overmacht. Voorbeelden hiervan zijn slecht weer, stakingen, medische noodgevallen enzovoort.
Bron: Europese Verordening 261/2004