Met de vernieuwing van het Burgerlijk Wetboek werd in het nieuwe boek 5 de imprevisieleer opgenomen.
Zo stelt artikel 5.74 Burgerlijk Wetboek dat ingeval van verandering van omstandigheden, elke partij haar verbintenissen moet nakomen, ook al zou de uitvoering ervan meer bezwaard zijn geworden doordat ofwel de kostprijs van de uitvoering is gestegen, ofwel doordat de waarde van de tegenprestatie is verminderd.
In dat geval kan de schuldenaar aan de schuldeiser vragen om het contract opnieuw te onderhandelen met het oog op de aanpassing of beëindiging ervan indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1° een verandering van omstandigheden maakt de uitvoering van het contract buitensporig bezwarend, dermate dat de uitvoering ervan redelijkerwijze niet langer kan worden geëist;
2° die verandering onvoorzienbaar was bij de contractsluiting;
3° die verandering is ontoerekenbaar in de zin van artikel 5.225 aan de schuldenaar;
4° de schuldenaar dit risico niet voor zijn rekening heeft genomen;
5° de wet noch het contract die mogelijkheid uitsluiten.
De partijen dienen nog steeds hun verbintenissen na te komen in de loop van de heronderhandelingen.
Bij afwijzing of mislukking van de heronderhandelingen binnen een redelijke termijn, kan de rechter, op verzoek van één van de partijen, ofwel het contract aanpassen om het in overeenstemming te brengen met hetgeen de partijen redelijkerwijze zouden zijn overeengekomen op het tijdstip van de contractsluiting indien zij rekening hadden gehouden met de verandering van omstandigheden, ofwel het contract geheel of gedeeltelijk beëindigen op een datum die niet mag voorafgaan aan de verandering van omstandigheden en volgens de nadere regels die de rechter vaststelt. De vordering wordt ingesteld en behandeld zoals in kort geding.
De vraag kan gesteld worden of de toepassing van de imprevisieleer contractueel in een consumentencontract kan worden uitgesloten.
In de rechtsleer wordt deze vraag negatief beantwoord en dit in navolging van de toepassing van de algemene toetsingsnorm inzake consumentenbescherming.
In consumentencontracten geldt namelijk een verregaande transparantievereiste, inhoudende dat de consument redelijkerwijze kennis moet kunnen nemen van de inhoud van een bepaald beding. Daarnaast moet de consument ook de inhoud van dit beding kunnen begrijpen.
Vermits de consument de economische impact van de imprevisie niet kan voorzien bij de sluiting van het contract, is een beding waarbij de consument het risico van de imprevisie op zich neemt of waarbij het voordeel van de imprevisie wordt uitgesloten, strijdig met de transparantievereiste.
Bron: artikel 5.74 BW, THIRIAR, P., “Geen uitsluiting imprevisie in consumentencontracten?” De Juristenkrant 2024, 13.