Het klimaatbeleid is de laatste decennia een belangrijk juridisch thema geworden, waarbij wereldwijde, Europese en nationale beleidsmaatregelen nauw met elkaar verweven zijn. Het internationale recht, en in het bijzonder het Akkoord van Parijs, vormt de basis voor de klimaatverplichtingen van landen wereldwijd.
Ondertekend door 195 landen, legt het Akkoord van Parijs, als bindend verdrag, vast dat de opwarming van de aarde wereldwijd ruim onder de 2°C moet blijven, met een voorkeur voor maximaal 1,5°C. Dit ambitieuze doel heeft directe gevolgen voor de nationale wetgeving, aangezien landen hun klimaatbeleid moeten afstemmen op deze mondiale doelstellingen. Het Akkoord verplicht landen niet alleen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, maar ook om zich aan te passen aan de onvermijdelijke gevolgen van klimaatverandering. Daarnaast moeten landen bijdragen aan het opzetten van een financieel systeem dat de overgang naar een klimaatneutrale wereld mogelijk maakt, wat de rechtsgrondslag vormt voor nationale en internationale klimaatfinanciering.
Op Europees niveau is de juridische verplichting tot klimaatneutraliteit verankerd in de Europese Klimaatwet, die de EU en haar lidstaten verplicht om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Dit is een aanzienlijke juridische verplichting, die niet alleen de uitstoot van broeikasgassen reguleert, maar ook de energieproductie, -verbruik en -efficiëntie op een systematische manier aanpakt. In het kader van de Europese Green Deal is een emissiereductie van 55% ten opzichte van 1990 vastgesteld voor 2030.
Het juridisch kader wordt verder versterkt door het Fit for 55-pakket, dat tal van maatregelen bevat, van hernieuwbare energie tot het hervormen van het Emissiehandelssysteem (ETS). Dit systeem, dat bedrijven verplicht om hun CO2-uitstoot te beperken door emissierechten aan te kopen of te investeren in duurzame technologieën, heeft juridische kracht in de EU en is essentieel voor het behalen van de klimaatdoelen. Het ETS legt een bindend uitstootplafond op voor sectoren zoals energie, industrie en luchtvaart, waardoor bedrijven juridische verplichtingen krijgen om hun uitstoot te reduceren of compensatie te zoeken.
Vlaanderen speelt in dit geheel een actieve rol en heeft haar eigen beleid en maatregelen die zijn afgestemd op de Europese doelstellingen. Het Vlaamse Energie- en Klimaatplan (VEKP) voor de periode 2021-2030 bevat meer dan 300 maatregelen en heeft als doel de uitstoot van broeikasgassen in de regio met 40% te verminderen ten opzichte van 2005. Dit is een juridisch verplicht doel voor de Vlaamse overheid en bedrijven, die zich moeten conformeren aan de gestelde reductiedoelen. Het Vlaamse Klimaatstrategie 2050 biedt een langetermijnvisie voor klimaatneutraliteit, waarin de overgang naar een duurzame samenleving wordt ondersteund door wetgeving die gericht is op het bevorderen van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Deze beleidsmaatregelen hebben directe gevolgen voor de wetgeving in Vlaanderen, waarbij de overheid bedrijven en burgers juridisch verplicht om deel te nemen aan de klimaatactie.
Het Emissiehandelssysteem (ETS) vormt een belangrijk juridisch mechanisme voor de EU en Vlaanderen, waarbij bedrijven die behoren tot de zwaarst vervuilende sectoren een maximum aan CO2-uitstoot krijgen opgelegd. Deze sectoren, zoals de energie-intensieve industrie, moeten hun uitstoot reduceren of hun overschot aan emissierechten verkopen op de markt. Dit marktsysteem heeft juridische implicaties voor de bedrijfsvoering, aangezien bedrijven strategische keuzes moeten maken over hoe ze hun uitstoot beperken. Het systeem biedt hen de mogelijkheid om emissierechten te kopen als ze boven hun toewijzing uitstoten, maar het biedt hen ook de verplichting om zich aan de wettelijke emissielimieten te houden. Sectoren die niet onder het ETS vallen, zoals transport, landbouw en gebouwen, worden gereguleerd door nationale en regionale wetgeving, wat betekent dat de Vlaamse overheid zelf verantwoordelijk is voor het stellen van emissiereductiedoelen en het nemen van maatregelen om deze te realiseren.
Het juridische klimaatbeleid is dan ook een complex geheel van internationale verdragen, Europese wetgeving en nationale maatregelen. Het Akkoord van Parijs legt de basis, maar de daadwerkelijke implementatie gebeurt via bindende Europese en nationale wetgeving. In dit juridisch kader moeten bedrijven, overheden en burgers zich bewust zijn van hun verplichtingen en bijdragen aan de klimaatdoelen. Het naleven van deze verplichtingen is niet alleen essentieel voor het behalen van de klimaatdoelen, maar ook voor het voldoen aan de rechtsgrondslagen die deze maatregelen ondersteunen. Gezien de steeds strengere eisen die worden gesteld, zal de juridische rol in de wereldwijde klimaattransitie alleen maar belangrijker worden.
BRON: https://www.vlaanderen.be/natuur-milieu-en-klimaat/klimaatverandering-en-energie-en-klimaatbeleid