In een zaak van 30 maart 2016 sprak de Leidend ambtenaar zich uit over een zaak waarbij door de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC) een controle was uitgevoerd bij een arts met een praktijk die voornamelijk gespecialiseerd was in anti-aging en lekkende darm.
Door de DGEC was vastgesteld dat door de arts in kwestie meerdere getuigschriften voor verstrekte hulp waren afgeleverd voor één raadpleging met de aanrekening van nachtbezoeken op verschillende data.
Uit de verklaringen van de patiënten bleek echter dat de aangerekende nachtbezoeken niet waren uitgevoerd.
Een nachtbezoek met een dringende oproep tussen 21u en 8u kan slechts worden aangerekend ingeval het bezoek tussen 21u en 8u was aangevraagd en uitgevoerd. Bovendien dient dit nachtbezoek een dringende zorg te behelzen die niet kan uitgesteld worden.
Daarnaast laat de nomenclatuur niet toe dat er meerdere getuigschriften voor verstrekte hulp worden afgeleverd voor slechts één raadpleging waarbij de getuigschriften worden gespreid over verschillende datums waarop er geen enkele raadpleging heeft plaatsgevonden.
In casu werden door de arts in kwestie voor één raadpleging tot 4 getuigschriften voor verstrekte hulp afgeleverd en dit op verschillende datums waarvan de laatste op de datum van de raadpleging zelf en de andere op voorgaande datums.
Daarenboven werden door de arts in kwestie twee raadplegingen aangerekend voor één langdurige zitting waarbij de patiënt de arts voor twee aaneensluitende topics had geconsulteerd (hormoontherapie en lekkende darm).
Uiteraard zijn dergelijke praktijken niet toegelaten volgens de nomenclatuur.
Wanneer er slechts één langdurige raadpleging plaatsvindt, dan kan dit slechts éénmaal worden aangerekend ook al consulteert de patiënt de arts voor meerdere consulten (zoals bijvoorbeeld een gewoon consult en een darmconsult) op hetzelfde moment.
Vermits de arts in kwestie hiervoor geen verklaring kon geven oordeelde de Leidend ambtenaar dat er sprake was van een inbreuk op de bepalingen van de nomenclatuur.
De Leidend ambtenaar beslist dan ook tot een veroordeling van de arts tot integrale terugbetaling van de waarde van de onterecht aangerekende verstrekkingen alsook een geldboete van 150% van deze totale waarde.
Bron: Beslissing van de Leidend ambtenaar van 30 maart 2016 met rolnummer BRS/N/2015/033.