De verblijfsregeling voor kinderen in het Coronatijdperk 

De uitbraak van het SARS-CoV-2-virus in maart 2020 heeft geleid tot zeer omvangrijke ingrepen in alle aspecten van onze maatschappij. Voor gescheiden ouders heeft deze crisis aanleiding gegeven tot een nieuw probleempunt, namelijk een discrepantie tussen de regels die voor hen gelden in het kader van een verblijfsregeling voor de kinderen en de beperkende quarantaine maatregelen. Plots werden sommige ouders bijvoorbeeld geconfronteerd door een ex-partner die het virus misbruikte om, in strijd met de verblijfregeling, hun kinderen langer bij hen te houden.

Vooreerst is het belangrijk om stil te staan dat de huidige maatregelen geen verbod inhouden dat minderjarige kinderen naar de ouders worden gebracht wat betekent dat wissels in het kader van een verblijfsregeling steeds als een noodzakelijke verplaatsing zullen worden beschouwd. Ondanks het coronavirus blijft de verblijfsregeling van de kinderen aldus onverkort van kracht. Bijgevolg mogen ouders het coronavirus dan ook niet misbruiken om de contacten van het kind met de andere ouder te dwarsbomen.

Op de algemene regel die stelt dat verblijfregelingen van kracht blijven bestaan evenwel twee uitzonderingen, namelijk wilsautonomie en noodtoestand. De wilsautonomie houdt in dat ouders in onderling akkoord steeds kunnen afwijken van de verblijfsregeling indien beide ouders daarin vrijwillig toestemmen. Een noodtoestand in het kader van het coronavirus betreft de volgende situaties:

      • één van de ouders of een ander inwonende zoals een grootouder of plusouder heeft het coronavirus. In dat geval is het sterk aangewezen dat de wissel niet doorgaat en het kind bij de niet-besmette ouder blijft, tenzij in deze woning ook een besmetting werd vastgesteld. De ouder moet dan steeds een attest kunnen voorleggen waarin uitdrukkelijk wordt gesteld dat er een besmetting met het coronavirus werd vastgesteld;
      • het minderjarige kind is besmet met het coronavirus en moet in quarantaine: in dit geval moet het kind blijven bij de ouder waar het was op de ogenblik dat de quarantaine begon en dit tot de quarantaine afloopt. Dit wordt beschouwd als een geval van medische overmacht waarin de verblijfsregeling wordt geschorst. De ouder moet dan steeds een attest kunnen voorleggen waarin uitdrukkelijk wordt gesteld dat het kind in quarantaine wordt geplaatst;
      • het minderjarige kind moet op het einde van het verblijf bij de ene ouder in quarantaine: in dit geval is het sterk aangeraden dat het kind dan nog eens 10 dagen langer bij deze ouder blijft;
      • interlandelijke overbrengingen en gesloten grenzen: indien de ouders aan beide zijden van de Belgische grens wonen, mag het kind over de grens worden verplaatst aangezien dit een essentiële verplaatsing betreft;
      • volledig en absolute lockdown: in dit geval zal het kind moeten blijven bij de ouder waar het verblijft op het ogenblik dat de maatregel van kracht wordt, behoudens uitzonderingen die door de regering voorzien zijn.

Het is dus zeker geen zwart-wit verhaal dat de verblijfsregeling kost wat het kost moet worden gehandhaafd zonder meer. De rechter zal steeds in concreto oordelen of er een wijziging in dat specifieke geval verantwoord is.

In dat opzicht kan worden verwezen naar een verassende uitspraak van de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, Afdeling Turnhout. Medio maart 2020 leidde een moeder via een éénzijdig verzoekschrift een procedure in om de verblijfsregeling van haar kinderen bij de vader op te schorten tijdens de door de Belgische overheid genomen veiligheidsmaatregelen ingevolge het coronavirus. Zij meende dat de kinderen bij de vader gevaar liepen besmet te geraken, niet omdat de vader zich niet hield aan de coronamaatregelen, maar omdat deze door zijn job als apotheker een verhoogd risico liep om besmet te raken. De moeder bracht tevens een medisch attest voor waaruit bleek dat de dochter van partijen een auto-immuun ziekte had zodat het volgens de moeder niet in het belang was van de kinderen om hen bij de vader te laten verblijven in deze omstandigheden. Zij stelde ook dat er tussen de vader en de kinderen alternatieve contactmogelijkheden waren, zoals skype, sociale media, buitenactiviteit met behoud van afstand, etc.

De Voorzitter volgde de redenering van de moeder en verklaarde haar verzoek toelaatbaar en gegrond. Het verblijf van de minderjarige kinderen bij hun vader werd opgeschort. Dit was een eenzijdige procedure waarbij de vader niet aanwezig was.

De vader tekende derdenverzet aan tegen dit vonnis. De Familierechtbank te Turnhout oordeelde dat de omstandigheid dat vader apotheker is van beroep op zich geen reden vormt om de omgangsregel niet verder uit te voeren. De Familierechtbank was er van overtuigd dat de vader ongetwijfeld de voorzorgsmaatregelen zou naleven. Volgens de rechtbank toonde de moeder bovendien niet aan dat de vader, noch zijn partner enig symptoom vertoonde van het coronavirus. De rechtbank zag dan ook geen enkele reden om het verblijf bij de vader op te schorten.

De afwijking op de gewoonlijke verblijfsregeling in het kader van een noodtoestand is dus een uitzonderingsregel. Minister van Justitie Koen Geens was hieromtrent vrij duidelijk, stellende dat:

“Als een ouder weigert het kind over te brengen zoals afgesproken, kan de andere ouder een klacht indienen bij de politie. Het Parket kan de andere partner dan vervolgen. Dat was natuurlijk al mogelijk van voor het uitbreken van het coronavirus. Het feit dat je een klacht kunt indienen, is een belangrijk element in de strijd tegen ouderverstoting. Ik ben heel blij dat alle justitiële actoren hier bijzondere aandacht aan zullen besteden tijdens de coronaperiode.”

Indien de ouders zich niet houden aan de vooropgestelde maatregelen kan dit leiden tot ingrijpende straffen:

      • indien een van beide ouders weigert om het kind terug te brengen of af te geven aan de andere ouder in strijd met de verblijfsregeling en buiten bovenvermelde situaties van wilsautonomie of noodtoestand maakt deze weigerachtige ouder zich schuldig aan het misdrijf van niet-afgifte van het kind zoals bepaald in artikel 432 Sw;
      • de rechter kan eventueel een nieuwe beslissing nemen met betrekking tot de verblijfsregeling zoals bepaald in artikel 387ter, §1, derde lid van het oude BW;
      • de rechter kan de benadeelde ouder toestaan een beroep te doen op dwangmaateregelen ter naleving van de verblijfsregeling bijvoorbeeld door beroep te doen op een gerechtsdeurwaarder (artikel 387ter, §1, vierde lid van het oude BW.);
      • de rechter kan een dwangsom opleggen om de verblijfsregeling te moeten naleven zoals bepaald in artikel 387ter, §1, vijfde lid van het oude BW;
      • de rechter kan de weigerachtige ouder veroordelen tot een morele schadevergoeding ten opzichte van de andere ouder.

 

Open communicatie en de bereidheid om oplossingen te zoeken in het belang van zowel de kinderen als de ouders zijn hierbij cruciaal. Het coronavirus is geen reden om de kinderen weg te houden van de andere ouder. De vastgestelde verblijfsregelingen blijven dus in principe gewoon doorlopen, tenzij anders overeengekomen of bij besmetting met het virus.

Als ouders er zelf onderling niet uitkomen raden wij hen aan beroep te doen op een bemiddelaar.

Wenst u meer over de verblijfsregeling van minderjarige kinderen bij een eventuele coronabesmetting, aarzel dan niet om ons te contacteren.

BRONNEN:

https://www.notaris.be/nieuws-pers/detail/wat-als-corona-de-verblijfsregeling-        van-je-kinderen-in-de-war-stuurt

https://www.koengeens.be/news/2020/04/25/verblijfsregeling-moet-gerespecteerd-worden

Related Posts