DE BELASTBAARHEID VAN POKERWINSTEN

Wereldkampioen in het voetbal zijn we helaas niet geworden. Ons land is dit jaar echter wel een andere wereldkampioen rijker. ‘Girafganger7’, won immers eerder deze maand het online wereldkampioenschap poker waarvoor hij ruim 2,5 miljoen euro heeft opgestreken.

Ondanks zijn Belgische nationaliteit opereerde hij onder de Oostenrijkse vlag. Naar alle waarschijnlijkheid heeft dit dan ook veel te maken met de gerechtelijke procedure die lopende is in ons land, meer bepaald bij de Rechtbank van eerste aanleg-Oost Vlaanderen, afdeling Gent.

De fiscale administratie verstuurde op 24 oktober 2019 een vraag om inlichtingen krachtens artikel 327 WIB naar de Kansspelcommissie. Hierdoor werd vastgesteld dat ‘girafganger7’ kon gekoppeld worden aan heel wat gewonnen prijzengeld, dewelke volgens de fiscale administratie diende belast te worden als beroepsinkomsten. Dit resulteerde in twee aanslagen in de personenbelasting voor maar liefst 368.336,12 EUR en 2.051.582,42 EUR, voor respectievelijk aanslagjaren 2017 en 2018.

‘girafganger7’ kon zich hier niet in vinden en diende een bezwaarschrift in. Aangezien dit bezwaarschrift (gedeeltelijk) werd afgewezen, werd er een gerechtelijke procedure opgestart waarbij de rechter zich onder andere diende uit te spreken of pokerwinsten dienden gekwalificeerd te worden als beroepsinkomsten.

De rechtbank was van oordeel dat de fiscale administratie de voorwaarden van artikel 27 WIB niet heeft nageleefd omdat ze niet voldoende het beroepskarakter heeft aangetoond waardoor de aanslagen zijn gekenmerkt door willekeur. Zo werd er geoordeeld dat er slechts sprake is van beroepsinkomsten wanneer het bestaan is aangetoond van een activiteit die met een voldoende herhaling en frequentie voorkomt en die wegens de manier van organisatie een beroepskarakter heeft.

De rechtbank oordeelde dat, in tegenstelling tot inkomsten uit een beroepswerkzaamheid die gekwalificeerd worden als inkomsten in ruil voor het leveren van dienstprestaties, er in het kader van pokerspelen louter sprake is van een verdeling van inleggen van andere spelers en dat de fiscale administratie in gebreke blijft om afdoende aan te tonen dat een loutere aanwezigheid op een website duidt op een beroepswerkzaamheid.

Op heden is het aldus zo dat de rechtbank (nog) niet aanvaard dat pokerwinsten dienen gekwalificeerd te worden als beroepsinkomsten. De rechtbank heeft de zaak echter uitgesteld voor verdere behandeling om de fiscale administratie toe te laten een subsidiaire aanslag voor te leggen.

Zo lang er hieromtrent geen duidelijkheid is, is het dan ook zeer begrijpelijk dat ‘girafganger7’ in een ander land zijn pokeractiviteiten verderzet. Op deze wijze worden zijn winsten immers niet in België belast. Zo zal de winst die hij heeft behaald voor het wereldkampioenschap nu dan ook in Oostenrijk belast worden, een land die met betrekking tot pokerwinsten een gunstig fiscaal regime heeft.

Wordt in ieder geval vervolgd..

Bron: Rechtbank van eerste aanleg – Oost-Vlaanderen, afdeling Gent – 6de burgerlijke kamer – Vonnis van 9 januari 2023 – Rol nr 21/1220/A

Related Posts