De wet van 30 oktober 2022 houdende verschillende bepalingen inzake arbeidsongeschiktheid werd op 18 november 2022 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
De wet bevat drie arbeidsrechtelijke maatregelen aangaande de arbeidsongeschiktheid van de werknemer wegens ziekte of ongeval.
De wet treedt in werking op 28 november 2022.
Hieronder worden de voornaamste nieuwe elementen uiteengezet.
Vooreerst wijzigt de wet de regeling betreffende het voorleggen van een geneeskundig getuigschrift.
De verplichting voor een werknemer om meteen te melden aan de werkgever dat hij arbeidsongeschikt is blijft van toepassing. Werknemers dienen hiervoor een ziektebrief uitgeschreven door een arts in te dienen bij de werkgever wanneer het arbeidsreglement of een cao dat vereist.
Door de nieuwe wet heeft een werknemer het recht om tot 3 keer per kalenderjaar geen ziektebriefje voor te leggen voor de eerste dag van een arbeidsongeschiktheid. De werknemer die gebruik maakt van deze vrijstelling dient tevens geen geneeskundig getuigschrift voor te leggen op verzoek van de werkgever. Een werknemer kan gebruik maken van deze vrijstelling voor zowel een arbeidsongeschiktheid van één dag, als voor de eerste dag van een langere periode van arbeidsongeschiktheid.
Wanneer de werknemer niet op zijn gewoonlijke verblijfplaats verblijft gedurende de eerste dag van arbeidsongeschiktheid, moet hij zijn werkgever meteen meedelen op welk adres hij wél zal verblijven.
Ondernemingen met minder dan 50 werknemers op 1 januari van het kalenderjaar waarin de arbeidsongeschiktheid zich voordoet, kunnen afwijken van deze vrijstelling door middel van een cao of het arbeidsreglement en wél een ziektebriefje eisen vanaf de eerste dag arbeidsongeschiktheid.
Ten tweede wijzigt dit wetsontwerp de voorwaarden om een beroep te doen op medische overmacht om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
Wie een arbeidsovereenkomst wenst te beëindigen ingevolge medische overmacht (dit wil zeggen zonder opzeggingstermijn of de betaling van een opzeggingsvergoeding), zal daarvoor een nieuwe procedure moeten volgen, met name een procedure die volledig is losgekoppeld van het re-integratietraject voor arbeidsongeschikte werknemers.
Ten derde verandert de nieuwe wet de voorwaarden voor de neutralisatie van het gewaarborgd loon in het kader van een gedeeltelijke werkhervatting. Deze neutralisatie zal voortaan in de tijd beperkt worden tot een periode van 20 weken.
Voortaan heeft de werkgever niet meer de verplichting om het gewaarborgd loon te betalen tijdens een periode van 20 weken vanaf de aanvang van de uitvoering van het aangepast of ander werk, toegestaan door de arts van het ziekenfonds in geval van ziekte (andere dan een beroepsziekte) of ongeval (andere dan een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar of van het werk) welke is opgetreden tijdens deze periode.
Een werknemer die na deze periode van 20 weken arbeidsongeschikt wordt, heeft daarentegen wel recht op gewaarborgd loon