Elke dag rijden er meer en meer elektrische wagens rond in ons land. Bij de aankoop van een elektrische wagen hoort uiteraard ook de installatie van een elektrische laadpaal.
Wat nu als u in een appartementsgebouw woont met andere mede-eigenaars? Mag je als mede-eigenaar zomaar een laadpaal installeren? Is daarvoor de toestemming vereist van andere mede-eigenaars en wie betaalt het kostenplaatje?
De wetgever heeft enkele jaren geleden ingespeeld op de trend van toenemende elektrische wagens en een nieuw artikel ingevoegd in de Appartementswet. Sinds 1 januari 2019 hebben mede-eigenaars en erkende nutsoperatoren immers het recht om kabels, leidingen en bijhorende faciliteiten in of op de gemene delen van een appartemensgebouw te leggen, te onderhouden of te vernieuwen (artikel 577-2 §10 Oud Burgerlijk Wetboek, thans artikel 3.82 Burgerlijk Wetboek).
Als je een laadpaal wil installeren in een appartementsgebouw, is het van belang eerst toestemming te vragen aan de andere mede-eigenaars. Dit kan door de syndicus aan te schrijven via aangetekende zending, in geval er een VME is ofwel door een aangetekend schrijven te richten aan de andere mede-eigenaars in appartementsgebouwen zonder VME.
In allebei de gevallen moet dit minstens 2 maanden voor de installatie gebeuren. De andere mede-eigenaars moeten immers de tijd krijgen om zich hier tegen te verzetten. De vervaltermijn voor een eventueel verzet bedraagt 2 maanden. Als er een mede-eigenaar zich wil verzetten, dan moet hij/zij hiervoor wel een ‘rechtmatig belang’ aantonen. Dit belang zou er bijvoorbeeld in kunnen bestaan dat er schade aan de gemeenschappelijke delen zou aangebracht worden of dat er reeds in bepaalde infrastructuur voorzien zou zijn.
De eigenaar die een laadpaal voor privégebruik wil installeren, betaalt hiervoor uiteraard zelf de kosten. Als er dan in de toekomst nog een andere mede-eigenaar zou beslissen een laadpaal te plaatsen, dan betaalt deze de helft van de aansluitkosten aan de andere eigenaar terug.
Als de VME of de overige mede-eigenaars beslissen om gezamenlijk de werken uit te voeren, wordt de installatie wel gemeenschappelijk en zijn de kosten uiteraard ook voor de VME.
De laadpaal dient geïnstalleerd te worden op de manier die de minste hinder veroorzaakt aan de andere mede-eigenaars.
Vergeet tot slot ook de installatie van de laadpaal niet aan de verzekeraar te melden. De laadpaal heeft immers vaak een verhoging van het verzekerde kapitaal tot gevolg. Dit betekent natuurlijk ook een verhoging van de verzekeringspremie. Indien de laadpalen gemeenschappelijk zijn, is de meerprijs van de premie voor de gemeenschap. Is de laadpaal daarentegen privatief, dan dient de meerprijs van de verzekering door de eigenaar van de laadpaal te worden vergoed.
In nieuwbouw residentiële gebouwen is het op heden al verplicht om infrastructuur voor laadpalen te voorzien vanaf dat er 2 parkeerplaatsen. Niet-residentiële nieuwbouw gebouwen moeten vanaf dat er 11 parkingplaatsen zijn voorzien in 2 laadpalen en de nodige infrastructuur.
Vanaf 2025 zal er ook voor bestaande gebouwen een verplichting gelden om te voorzien in laadpalen.
De overheid motiveert duidelijk een steeds groener wordend autolandschap, hetgeen een erg goede evolutie is.
Indien u meer informatie wenst of vragen heeft over dit onderwerp, klop gerust bij ons aan!