Het Gentse Hof van Beroep sprak zich eind januari 2022 uit over een zaak waarbij een man werd bedrogen door zijn vriendin waarbij hij er van uitging dat het verwekte kind tijdens zijn relatie, zijn kind uitmaakte.
Niets was echter minder waar.
De man en vrouw in kwestie hadden gedurende enkele jaren een relatie waarbij zij feitelijk samenwoonden. Er worden tijdens de relatie twee kinderen geboren, met name in 2012 en 2013. Beide kinderen worden in de geboorteakte erkend door de man.
In 2014 eindigt de relatie waarbij een gezags- en verblijfsregeling voor de kinderen wordt overeengekomen.
In 2017 start de man een buitengerechtelijk DNA-onderzoek waaruit bleek dat hij niet de biologische vader van één van de kinderen is.
Wat bleek, de vrouw had tijdens de relatie een scheve schaats gereden met de broer van de man in kwestie, die de biologische vader van het jongste kind uitmaakte.
Eind 2017 start de biologische vader, zijnde de broer van de man in kwestie, de 2-in-1 vordering: een procedure tot betwisting van het biologische vaderschap van zijn broer om zelf als vader van het jongste kind te worden erkend.
De bedrogen man stelt tijdens deze procedure zelf een tegen- en tussenvordering in tegen zijn broer en zijn ex-vriendin (de moeder van het kind) waarbij solidair een morele schadevergoeding van 5.000 euro en een materiële schadevergoeding van 14.000 euro wordt gevorderd om reden dat beide een fout hebben begaan in de zin van artikel 1382 oud BW doordat zij het overspel 4 jaar hebben verzwegen en de man in kwestie in de waan hebben gelaten dat hij de biologische vader van het jongste kind zou uitmaken.
De eerste rechter wijst deze vordering grotendeels af en oordeelt dat niet bewezen is dat de broer en de moeder een fout hebben begaan. Tegen deze uitspraak wordt door de bedrogen man hoger beroep aangetekend.
In tegenstelling tot de eerste rechter, oordeelt het Hof van Beroep te Gent dat het gepleegde overspel (hetgeen ook van toepassing is tussen partners die feitelijk samenwonen) wel degelijk een fout uitmaakt in de zin van artikel 1382 oud BW, waardoor de man in kwestie schade had geleden.
Ook het verzwijgen van dit overspel maakt volgens het Hof een fout uit nu de broer en de moeder niet gehandeld hebben zoals van een normaal zorgvuldig en omzichtig persoon, geplaatst in dezelfde omstandigheden, mag worden verwacht.
Volgens het Hof diende de moeder haar partner te verwittigen indien zij twijfels had over het vaderschap van het jongste kind. Zo stelt het Hof dat de kennis omtrent de genetische band van het kind voor de vader alsook voor het kind een aspect uitmaakt van het recht op identiteit, zoals vervat in artikel 8 EVRM en artikel 22 GW.
Daarnaast diende van de broer als verwekker te worden verwacht dat hij na kennis van de zwangerschap van de vrouw, open kaart diende te spelen met de man in kwestie gelet op het gepleegde overspel.
Aldus besluit het Hof dat zowel fout, schade en het causaal verband tussen beiden is vastgesteld. De door de bedrogen man aangetoonde morele schade, ex aequo et bono begoot op 5.000 euro wordt door het Hof toegekend, alsook de materiële schade, ex aequo et bono begroot op 4.433,64 euro, gebaseerd op de betaalde bijdragen voor kosten en onderhoud van het kind.
Bron: G. Verschelden, “Bedrogen erkenner krijgt schadevergoeding na verzwegen slippertje, Gent (1e kamer) 21 januari 2022”, De Juristenkrant 2022 nr. 444.