Het Grondwettelijk Hof moest zich onlangs uitspreken over de vraag of art. 4.142 BW in overeenstemming is met artikelen 10 en 11 van de Grondwet, zijnde het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel.
Art. 4.142 BW luidt als volgt:
“Artsen en zorgverstrekkers Gezondheidszorgbeoefenaars, die een persoon hebben behandeld gedurende de ziekte waaraan hij overleden is, kunnen geen voordeel genieten van giften die hij, in de loop van die ziekte, in hun voordeel mocht hebben gedaan.
Beheerders en personeelsleden van instellingen voor residentiële ouderenzorg kunnen geen voordeel genieten van giften die een persoon die in hun instelling heeft verbleven gedurende zijn verblijf aldaar te hunnen behoeve mocht hebben gedaan.”
De ratio legis van deze regelgeving is om kwetsbare personen en hun vermogen te beschermen tegen druk van de zorgverstrekkers. Het verbod geldt zowel voor schenkingen bij leven als voor erven via testament. Het verbod geldt, conform deze regelgeving, enkel ten aanzien van zorgverstrekkers en personeelsleden en niet ten aanzien van de instellingen zelf.
Er werd een prejudiciële vraag gesteld aan het Grondwettelijk Hof in het kader van een geschil tussen een woonzorgcentrum en de volmachthouder van een voormalige bewoonster. De volmachthouder had in 2020, vlak voor het overlijden van de bewoonster, drie schenkingen gedaan in uitvoering van haar zorgvolmacht aan haar nicht. De bewoonster had echter in 2015 reeds een algemeen legaat aan het woonzorgcentrum gedaan waardoor het woonzorgcentrum de nietigverklaring van de drie schenkingen vorderde. De volmachthouder en haar nicht vorderden op hun beurt de nietigverklaring van het algemeen legaat.
Het Grondwettelijk Hof oordeelde middels haar arrest van 3 oktober 2024 dat art. 4.142 BW strijdig is met de Grondwet in die mate dat art. 4.142 BW enkel betrekking heeft op zorgverstrekkers en niet op de instellingen zelf. Volgens het Hof kunnen immers ook rechtspersonen, door toedoen van hun wettelijke vertegenwoordigers, zichzelf voordeel verschaffen door misbruik te maken van de zorgrelaties. Volgens het Hof is het dus ook noodzakelijk om de instellingen onder het toepassingsgebied van dit verbod te plaatsen. Met ingang van 3 oktober 2024 zal het voor woonzorgcentra dus niet langer mogelijk zijn om legaten van hun overleden bewoners te ontvangen.
Bron: Grondwettelijk Hof, arrest 107/2024