Volgens de code 109723 kan de behandelde huisarts zijn of haar bezoek aan de patiënt in het ziekenhuis aanrekenen aan het RIZIV.
De terugbetaling van het ziekenhuisbezoek door de behandelende huisarts wordt éénmaal per week toegekend en kan niet gecumuleerd worden met de terugbetaling voor andere geneeskundige zorgen door deze arts.
Als voorwaarde voor deze aanrekening geldt dat de huisarts in zijn of haar dossier een rapport met noteren met betrekking tot het overleg met de ziekenhuisarts.
In een zaak waarover de Leidend ambtenaar zich diende te spreken, werd de vraag gesteld of er effectief een fysiek overleg dient te gebeuren met de betrokken ziekenhuisarts.
Volgens het standpunt van de betrokken huisarts zou dit een bijkomende voorwaarde uitmaken die niet kan teruggevonden worden in de Nomenclatuur. De betrokken huisarts was dan ook ven mening dat er geen fysiek overleg met de betrokken ziekenhuisarts vereist is voor de aanrekening van Nomenclatuurnummer 109723.
Op basis van het onderzoek werd door de DGEC de betrokken huisarts namelijk verweten de ziekenhuisartsen niet steeds fysiek te hebben gezien bij het bezoek aan de patiënt in het ziekenhuis.
Ingeval sprake is van een onduidelijkheid in de nomenclatuur, stelt de Raad van State dat de nomenclatuur in dat geval niet in het nadeel van de zorgverlener worden uitgelegd.
De nomenclatuur moet duidelijk zijn De DGEC mag geen extra voorwaarden toevoegen, om aldus te bekomen dat men het nomenclatuurnummer enkel zou mogen aanrekenen in “bepaalde gevallen”.
De DGEC kan zelf geen voorwaarden/beperkingen opleggen die niet vervat zijn in de tekst van de nomenclatuur zelf. Een dergelijke toevoeging is ontoelaatbaar.
Beslissing van de Leidend ambtenaar
De leidend ambtenaar stelt dat de bepalingen van de nomenclatuur van openbare orde zijn en dus moeten strikt moeten worden toegepast. Dat wil zeggen zonder enige toevoeging of weglating, gesteund op een eigen persoonlijke interpretatie, omwille van zogenaamde billijkheidsgronden, sociale overwegingen en/of het belang en comfort van de patiënt.
Nomenclatuurcode 109723 betreft ‘Het bezoek in het ziekenhuis (…)’.
Aldus oordeelt de Leidend ambtenaar dat voor het aanrekenen van dit nummer wel degelijk een (fysiek) overleg met de ziekenhuisarts tijdens het bezoek in het ziekenhuis door de behandelende huisarts nodig is en dit in het dossier moet genoteerd worden. Dit blijkt volgens de Leidend ambtenaar uit de tekst van code 109723 zelf. Er wordt dus geen bijkomende voorwaarde aan de nomenclatuur toegevoegd.
Een telefoongesprek kan hierbij geenszins gelijkgesteld worden met een ‘bezoek in het ziekenhuis’.
Een telefonisch overleg zonder verplaatsing naar het ziekenhuis is geen ziekenhuisbezoek. Bijgevolg kan in dat geval de prestatie 109723 niet worden aangerekend.
Bron: Beslissing van de Leidend ambtenaar van 02/10/2023.