De Belgische wetgever keurde recent het wetsontwerp goed voor de oprichting van een centraal register van bestuursverboden.
Het Belgisch centraal register kadert in een gedeeltelijke omzetting van een Europese richtlijn, met name de Richtlijn 2019/1151 van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht. Er wordt op deze manier een wettelijk kader voorzien voor een Centraal register van bestuursverboden.
Het doel achter deze omzetting is om de diverse nationale registers met elkaar te verbinden. Bij het neerleggen van bijvoorbeeld vennootschapsakten tot bekrachtiging van een benoeming van een nieuwe bestuurder zal overeenkomstig het wetsontwerp voortaan een verklaring moeten worden opgesteld door de bevoegde organen van de betrokken onderneming, met bevestiging dat aan de betrokkenen geen bestuursverbod werd opgelegd door een buitenlands rechtscollege. Wanneer zo’n verklaring niet voorhanden is, dan zal de griffie van de ondernemingsrechtbank of de notaris dit dienen te melden aan de bevoegde kamer van inbeschuldigingstelling.
Het bijhouden van alle bestuursverboden in een gecentraliseerd register moet een effectieve handhaving van bestuursverboden eenvoudiger maken. Tot op heden worden deze verboden regelmatig met de voeten getreden door de veroordeelden, omdat een structurele controle op de naleving ervan niet mogelijk is. Het centraal register brengt daar nu net verandering in. Door middel van het centraal register zal de benoeming als bestuurder van een vennootschap geweigerd worden aan een persoon met een strafrechtelijk of burgerrechtelijk bestuursverbod. Het register zal aldus beschouwd worden als een bijkomend instrument tegen frauduleus of ander wangedrag.
Een belangrijke vraag die zich opdringt met betrekking tot het centraal register voor bestuursverboden is, namelijk wie heeft er toegang tot het register? Het register zal raadpleegbaar zijn door een aantal specifiek overheidsinstanties, die een volledige toegang tot het register zullen hebben. Burgers zullen ook toegang hebben tot het register, maar enigszins beperkt. Zo zullen burgers opzoekingen kunnen verrichten in het register. Voor hen zal enkel de voor- en achternaam van de veroordeelde en begin- en einddatum van het opgelegde bestuursverbod zichtbaar zijn, en dit om te vermijden dat burgers nietsvermoedend met malafide ondernemers te maken zouden krijgen.
Het register zou in werking treden op 1 augustus 2023.