Partijen kunnen er steeds voor opteren om in onderhandeling te gaan met elkaar. In elk onderhandelingsproces staat de onderhandelingsvrijheid centraal. Afspraken tussen partijen zijn louter afdwingbaar van zodra deze voldoende omvattend zijn en kunnen worden bewezen. In de onderhandelingsfase hebben partijen aldus rechten en plichten jegens elkaar. Zo dient een partij zich ook tijdens de voorafgaande onderhandelingsfase te gedragen op een zorgvuldige en voorzichtige wijze. Doe je dit niet, dan loop je het risico om precontractueel aansprakelijk te worden gesteld en kan dit aanleiding geven tot schadevergoeding.
Het nieuwe verbintenissenrecht bevat een wettelijke basis voor de precontractuele aansprakelijkheid.
Artikel 5.15 van het nieuw Burgerlijk Wetboek (hierna: “BW”) bevestigt dat de partijen vrij zijn precontractuele onderhandelingen aan te vatten, te voeren en af te breken. Hierbij moeten de partijen elkaar tijdens de precontractuele onderhandelingen de informatie bezorgen die de wet, de goede trouw en de gebruiken, in het licht van de hoedanigheid van de partijen, hun redelijke verwachtingen en het voorwerp van het contract, hen opleggen te geven (art. 5.16 BW).
Wanneer de onderhandelingen foutief worden afgebroken, kan dit aanleiding geven tot buitencontractuele aansprakelijkheid (art. 5.17 BW). Nieuw hierbij zijn de sancties die nu wettelijk voorzien zijn in het nieuwe verbintenissenrecht:
-
- Bij foutief afbreken van onderhandelingen houdt deze aansprakelijkheid in dat de benadeelde persoon teruggeplaatst wordt in de situatie waarin hij zich zou hebben bevonden indien er niet zou zijn onderhandeld.
- Dit kon binnen het oude verbintenissenrecht ook al worden gevorderd op basis van precedenten in de rechtspraak, maar nu is de sanctie voor precontractuele aansprakelijkheid wettelijk vastgelegd.
- Wanneer het rechtmatig vertrouwen is gewekt dat het contract zonder enige twijfel gesloten zou worden, kan deze aansprakelijkheid het herstel van het verlies van de verwachte netto-voordelen uit het niet gesloten contract inhouden.
- Dit zijn belangrijke gevolgen want ook al komt het contract niet tot stand, u kan alsnog gehouden worden tot de verwachte netto-voordelen uit het contract waarover u aan het onderhandelen was.
- De schending van een informatieplicht kan niet enkel leiden tot de precontractuele aansprakelijkheid maar ook tot de nietigheid van het contract indien er sprake is van bedrog, dwaling, geweld of misbruik van omstandigheden.
- Bij foutief afbreken van onderhandelingen houdt deze aansprakelijkheid in dat de benadeelde persoon teruggeplaatst wordt in de situatie waarin hij zich zou hebben bevonden indien er niet zou zijn onderhandeld.
Om aansprakelijkheid te voorkomen, kan het aangewezen zijn een precontractueel document (LOI) te ondertekenen waarin duidelijk wordt gesteld dat onderhandelingen geen enkel resultaat garanderen en dat alle partijen weten dat niets gegarandeerd is totdat er uiteindelijk iets wordt ondertekend.
Globaal genomen blijft de vrijheid tot contracteren behouden, dit wil zeggen dat u nog steeds vrij bent om te contracteren met wie u wenst. Tijdens de precontractuele fase blijven, net zoals in het oude verbintenissenrecht, de partijen vrij om onderhandelingen aan te vatten, te voeren en af te breken. Maar hierbij moet wel steeds te goeder trouw gehandeld worden. U dient echter wel voor ogen te houden dat het risico op precontractuele aansprakelijkheid begint te spelen vanaf het moment waarop u de contractuele besprekingen aanvat.
In de precontractuele fase wordt verwacht dat partijen elkaar alle informatie verstrekken. Dit betekent dat u de informatie die u wettelijk verplicht bent om over te maken aan de andere partij, de informatie conform de goede trouw en de gebruiken en tenslotte de informatie die u dient over te maken aan de andere partij rekening houdend met de hoedanigheid van de partijen, hun redelijke verwachtingen en het voorwerp van het contract. Kortom, alle informatie waarvan u vermoedt dat de andere partij ze nodig heeft, dient u aan die partij over te maken. U mag dit zeker niet uit het oog verliezen, want een schending van deze informatieplicht kan leiden tot de nietigheid van het contract of tot precontractuele aansprakelijkheid.
Het is dus van groot belang om de precontractuele fase niet lichtzinnig of roekeloos aan te vatten en de onderhandelingen naar het afsluiten van een contract toe zeer zorgzaam en te goeder trouw te voeren. Zo niet riskeert men buitencontractueel aansprakelijk gesteld te worden.