Een bedrijfsrevisor dient aan een reeks strikte beroepsvoorwaarden te voldoen die zijn opgenomen in de Wet op de Bedrijfsrevisoren van 7 december 2016.
Zo dient de bedrijfsrevisor ondermeer ‘betrouwbaar’ te zijn.
In artikel 5 van de Wet op de Bedrijfsrevisoren wordt bepaald wat ‘betrouwbaar’ zijn betekent, namelijk:
“a) niet beroofd zijn of zijn geweest van de burgerlijke en politieke rechten;
b) niet in staat van faillissement zijn of verklaard zijn geweest zonder eerherstel te hebben gekregen;
c) niet veroordeeld zijn tot een gevangenisstraf, zelfs voorwaardelijk, van ten minste drie maanden op grond van de volgende Belgische regelgeving of buitenlandse bepalingen die hetzelfde voorwerp hebben :
i) een van de strafbare feiten vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen;
ii) een inbreuk op de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven;
iii) een inbreuk op het Wetboek van Vennootschappen of het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en hun uitvoeringsbesluiten;
iv) een inbreuk op het Wetboek van economisch recht en haar uitvoeringsbesluiten;
v) een inbreuk op de fiscale wetgeving;
d) niet veroordeeld zijn tot een criminele straf;
e) niet veroordeeld zijn voor een inbreuk op artikel 140, 140septies, 141 of 505, 2°, 3° en 4°, van het Strafwetboek of buitenlandse bepalingen die hetzelfde voorwerp hebben;
f) niet veroordeeld zijn tot een strafrechtelijke geldboete wegens een inbreuk op de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten en op haar uitvoeringsbesluiten, of buitenlandse bepalingen die hetzelfde voorwerp hebben.”
Indien een bedrijfsrevisor zich in één van deze gevallen bevindt, dan wordt hij geacht niet meer betrouwbaar te zijn en wordt de hoedanigheid als bedrijfsrevisor door het Instituut ingetrokken.
Vroeger, voor het arrest van het Grondwettelijk Hof van 20 januari 2022 (7/2022), kon de hoedanigheid blijvend worden ingetrokken. Met andere woorden bestond er aldus niet de mogelijkheid om de hoedanigheid van bedrijfsrevisor na verloop van tijd opnieuw toe te kennen.
Het Grondwettelijk Hof stelt in haar arrest dat de onbeperkte duur van het verlies van betrouwbaarheid, in strijd is met de Grondwet en werd artikel 9, §1, 3° vernietigd.
Ten gevolge van deze vernietiging was de Federale Wetgever genoodzaakt om nieuwe regels hieromtrent op te maken.
Zo werd met de Verzamelwet van 23 juni 2022 een nieuwe regeling ingevoerd waarbij het beroepsverbod van de bedrijfsrevisor beperkt wordt in de tijd:
“b) de bepaling onder 2° wordt aangevuld met een lid, luidende:
“Deze verbodsbepaling geldt voor een termijn:
a) van vijftien jaar voor de in het eerste lid, a), bedoelde situatie, te rekenen vanaf het verstrijken van de termijn van de ontzetting van de burgerlijke en politieke rechten;
b) van tien jaar voor de in het eerste lid, b), bedoelde situatie, te rekenen vanaf de staat van faillissement of de faillietverklaring zonder eerherstel;
c) van vijftien jaar voor de in het eerste lid, c) tot f), bedoelde situaties, te rekenen vanaf de datum van de in kracht van gewijsde getreden beslissing.
De bedrijfsrevisor zal na het verlies van zijn betrouwbaarheid aldus na 10 of 15 jaar (afhankelijk van de inbreuk) in de mogelijkheid zijn om zijn hoedanigheid als bedrijfsrevisor opnieuw te verkrijgen.
Bron: Verzamelwet (Wet van23 JUNI 2022. – Wet houdende dringende diverse bepalingen inzake de strijd tegen het witwassen van geld en houdende bepalingen inzake de uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht van bedrijfsrevisoren en gecertificeerde accountants); Arrest van het Grondwettelijk Hof van 23 juni 2022 (7/2022)