Wat als mijn hond iemand bijt? En wat als dit uitgelokt werd?

Wie een dier onder zijn hoede neemt, is niet alleen verantwoordelijk voor de zorg van het dier, maar draagt eveneens het juridische risico voor de schade die het dier aanricht. In het Belgische recht is dit verankerd in artikel 6.17 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek, hetgeen bepaalt dat de bewaarder van een dier aansprakelijk is voor de schade die het dier veroorzaakt.
Deze zogenaamde foutloze aansprakelijkheid houdt in dat het enkele feit dat een dier schade veroorzaakt, voldoende is om de bewaarder aansprakelijk te stellen. De gedraging of intentie van de bewaarder speelt in dat opzicht geen rol. Het gaat immers om een foutloze aansprakelijkheid, oftewel een risico-aansprakelijkheid.

Belangrijk hierbij is het begrip ‘bewaarder’. Dit is degene die feitelijk zeggenschap heeft over het dier en aldus de daadwerkelijke leiding en toezicht over het dier uitoefent. In de meeste gevallen zal dat de eigenaar zijn doch dit kan ook een andere persoon zijn die het dier tijdelijk verzorgt. De feitelijke controle over het dier op het moment van het incident is doorslaggevend. 

Toch is deze verregaande aansprakelijkheid niet onbeperkt. Het Nieuw Burgerlijk Wetboek houdt immers rekening met de gedragingen van het slachtoffer in het nieuwe artikel 6.20.
In gevallen waarin het slachtoffer zelf heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade, bijvoorbeeld door roekeloos of onvoorzichtig gedrag, kan de schadevergoeding worden verminderd in verhouding tot diens aandeel in de oorzaak.
Wanneer het slachtoffer de schade zelfs opzettelijk heeft uitgelokt, vervalt het recht op schadevergoeding volledig. 

De foutloze aansprakelijkheid van de bewaarder onderstreept het belang van verantwoordelijkheid bij het houden van dieren. Het Belgisch recht kiest bewust voor een foutloze aansprakelijkheid doch houdt wél rekening met mogelijke uitlokking in hoofde van het slachtoffer.

BRON: Artikel 6.17-6.20 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek

Related Posts