Waarschuwingsrecht en instructierecht voor de hoofdarts

Met de Wet van 13 november 2023 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, wordt aan de hoofdarts een handhavingsbevoegdheid toegekend.

Daartoe wordt artikel 21 van de ziekenhuiswet (Gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen) gewijzigd, in die zin dat drie nieuwe paragrafen worden toegevoegd.

Zo wordt in een nieuw §2 een waarschuwingsrecht van de hoofdarts opgenomen.

§2. Met het oog op de toepassing van paragraaf 1 waarschuwt de hoofdarts, wanneer hij van oordeel is dat het medisch aspect, de kwaliteit van de zorg of de veiligheid van de patiënten dit rechtvaardigen, de betrokken ziekenhuisarts schriftelijk voor elk gedrag dat daarmee in strijd zou zijn.

Verder wordt in een nieuw §3 een instructierecht ingevoerd, luidende als volgt:

§3. Om de kwaliteit van de medische activiteit te handhaven en/of te verbeteren en/of de veiligheid van de patiënten te waarborgen, is de hoofdarts tevens bevoegd om schriftelijke instructies te geven aan de ziekenhuisartsen die werkzaam zijn in het medisch departement van het ziekenhuis waarvoor hij verantwoordelijk is overeenkomstig artikel 18, tweede lid, 1°.

Deze twee nieuwe bevoegdheden dient de hoofarts evenwel volgens een nieuw §4 uit te oefenen in nauw overleg met de beheerder en de medische raad.

Bovendien wordt eveneens voorzien dat de Koning nadere regelen kan bepalen voor de toepassing van §2 en §3.

De mogelijkheid bestaat er dus in dat er later nog een KB zal volgen dat het waarschuwingsrecht en instructierecht van de hoofdarts verder specifieert.

Bron: Wet van 13 november 2023 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, BS 24 november 2023.

Related Posts