De huurwaarborg is een financiële waarborg die door de huurder van het verhuurde goed wordt gesteld ten gunste van de verhuurder. De meeste verhuurders vragen dergelijke waarborg als een soort zekerheid om zich in te dekken tegen mogelijkse problemen met een huurder als die zijn verplichtingen niet nakomt (beschadiging, laattijdige betaling van huurgelden,..). Dit is niet opgelegd bij wet en aldus enkel verplicht als de huurovereenkomst erin voorziet. Conform het Woninghuurdecreet mag deze waarborg maximaal drie maanden huur bedragen voor woninghuurcontracten die gesloten zijn na 1 januari 2019. Voor woninghuurcontracten gesloten voor deze datum bedraagt deze normaliter maximaal twee maanden huur.
In de meeste gevallen wordt deze voldaan op een geblokkeerde rekening bij de bank. Het is dus niet mogelijk dat de verhuurder bij problemen, bijvoorbeeld de huurder die niet betaalt, onmiddellijk kan vragen aan de bank om de achterstallige huur in aftrek te nemen van de huurwaarborg en over te maken naar de eigen rekening.
In principe wordt de huurwaarborg pas vrijgegeven als de huurovereenkomst wordt beëindigd. Als er dan bepaalde verplichtingen niet zijn nagekomen, kan de verhuurder beroep doen op deze huurwaarborg. In het beste geval komen de verhuurder en huurder via een schriftelijke overeenkomst overeen welk deel van de huurwaarborg aan de verhuurder toekomt ingevolge de niet-naleving van de huurverplichtingen. Indien men hieromtrent niet tot een akkoord kan komen, zal er beroep moeten gedaan worden op de bevoegde Vrederechter. De Vrederechter zal dan bepalen welk bedrag van de huurwaarborg de verhuurder toekomt. Met het vonnis kan vervolgens naar de bank worden gestapt, die hier verplicht gevolg aan moet geven.
Indien de verhuurder aanspraken wilt maken op de huurwaarborg, en er hieromtrent geen minnelijke regeling mogelijk is met de huurder, dient hij wel binnen het jaar na de beëindiging van de huurovereenkomst de Vrederechter te vatten. Indien dit niet tijdig gebeurt, zal de integrale huurwaarborg immers toekomen aan de huurder. Uiteraard is het wel nog steeds mogelijk om de Vrederechter te vatten voor de schade die u hebt geleden door de huurder, doch de zekerheid van de huurwaarborg vervalt definitief. Bij het niet-tijdig instellen van de procedure loopt de verhuurder aldus een insolvabiliteitsrisico.
Indien u hieromtrent problemen ervaart, kan u steeds bij ons terecht voor advies.