UNION EN BRIGHTON, EERSTE BARSTJES IN HET HUWELIJK?

Union Sint-Gillis zit op een roze wolk. In de Belgische competitie zitten ze volop verwikkeld in een spannende titelstrijd en ook in de Europa League breekt de Brusselse sneltrein serieuze potten. De kans is dan ook bijzonder groot dat Union Sint-Gillis voor zijn prestaties gaat beloond worden met een Europees ticket voor volgend seizoen. De vraag is alleen of dit Europees ticket gaat volstaan om toegang te krijgen tot het Europese voetbaltoneel.

Union heeft  met Brighton & Hove Albion een zusterclub in de Premier League. Zo hebben beide clubs met Tony Bloom dezelfde eigenaar en komt hun verwevenheid ook op andere vlakken sterk tot uiting. In dit kader kan er bijvoorbeeld verwezen worden naar de aanwezigheid van spelers als Mitoma vorig seizoen of Adingra dit seizoen in de spelerskern van Union. Normaliter zou Union met haar beperkt budget nooit in staat zijn om dergelijke spelers aan te trekken. Het is dan ook Brighton die deze spelers aankoopt en stalt bij haar zusterclub om ze verder te laten ontwikkelen. Club Brugge voorzitter Bart Verhaeghe zei dan ook niet voor niets na de felle titelstrijd van afgelopen seizoen dat het Club Brugge tegen Brighton was.

Nu zou de band tussen Union en Brighton echter kunnen zorgen voor een zure nasmaak. Naast Union is immers ook Brighton bezig aan een topseizoen en ligt de club eveneens op koers om één van de felbegeerde Europese tickets in de wacht te slepen. Artikel 5 van het UEFA reglement schrijft echter voor dat, om de integriteit van de UEFA-clubcompetitie te waarborgen, geen enkele club die deelneemt aan een UEFA-clubcompetitie direct of indirect mag

      1. de effecten of aandelen van een andere club die deelneemt aan een UEFA te houden of erin te handelen;
      2. lid zijn van een andere club die deelneemt aan een UEFA-clubcompetitie;
      3. in welke hoedanigheid dan ook betrokken zijn bij het beheer, de administratie en/of de sport prestaties van een andere club die deelneemt aan een UEFA-clubcompetitie; of
      4. enige macht hebben in het beheer, de administratie en/of sportprestaties van elke andere club die deelneemt aan een UEFA-clubcompetitie.

Als twee of meer clubs niet voldoen aan bovenstaande criteria, mag slechts één van hen worden toegelaten tot een UEFA-clubcompetitie, in overeenstemming met de volgende criteria (van toepassing in aflopende volgorde):

      1. de club die zich op sportieve basis kwalificeert voor de meest prestigieuze UEFA-clubcompetitie (d.w.z. in aflopende volgorde: UEFA Champions League, UEFA Europa League of UEFA Europa Conference League);
      2. de club die het hoogst gerangschikt was in het landskampioenschap en toegang gaf tot de relevante UEFA-clubcompetitie;
      3. de club waarvan de vereniging het hoogst op de toegangslijst staat.

Indien beide clubs zich plaatsen voor de Europese clubcompetities bestaat bijgevolg de kans dat één van de clubs haar plaats zal moeten afstaan. In het verleden is echter gebleken dat de soep hier niet zo heet wordt gegeten als ze wordt opgediend en dat er talrijke mogelijkheden zijn om aan bovenstaande regelgeving te ontsnappen. Het zal dan ook afwachten worden wat de UEFA gaat beslissen indien de bovenstaande situatie zich voordoet.

Related Posts