De envelopjes, niet zelden gevuld met zwart geld, zijn reeds jaar en dag een belangrijk onderdeel van het amateurvoetbal in ons land. Vanaf volgend seizoen zullen ze echter definitief tot het verleden behoren. Om voor meer financiële fairplay in het amateurvoetbal te zorgen heeft de KBVB immers een nieuw financieel kader uitgetekend die voor een gelijker speelveld moet zorgen en die vanaf volgend seizoen in werking treedt. De clubs zullen wel nog de tijd krijgen tot 28 februari 2024 om hun financieel beheer aan te passen aan deze nieuwe regels. Deze nieuwe regels zullen van toepassing zijn op alle voetbalclubs die met een seniorenploeg in provinciale of hogere afdelingen spelen en op alle futsalploegen die met hun eerste elftal spelen in de nationale afdelingen.
De eerste hervorming heeft betrekking op de vrijstelling van de RSZ-bijdragen. Zo zullen amateurspelers vanaf volgend seizoen nog maximaal 4.500 euro, met een maximum van 100 euro per punt, mogen verdienen om vrijgesteld te zijn van de RSZ-bijdragen. Dit is een allesomvattend bedrag en mag dus niet gecombineerd worden met andere vormen van vergoedingen. Indien de club meer wenst te betalen, zal de overeenkomst gekwalificeerd worden als een arbeidsovereenkomst met als gevolg dat er een hogere bedrijfsvoorheffing en RSZ-bijdragen moeten worden voldaan. Bovendien zal er dan eveneens een arbeidsongevallenverzekering moeten worden afgesloten.
De tweede grote hervorming heeft dan weer betrekking op de digitalisering van de administratie. De amateurclubs zullen vanaf volgend seizoen niet meer de mogelijkheid hebben om hun spelers cash uit te betalen maar zullen dit verplicht digitaal moeten doen via het rekeningnummer van de club. Verder zullen de clubs verplicht hun overeenkomsten met de spelers moeten veruitwendigen in een contract en dit digitaal moeten registeren bij de federatie. Ook zullen de clubs ieder jaar een budgetoefening moeten maken die ze eveneens digitaal moeten indienen via een centraal platform.
Met deze regelgeving wordt er getracht meer transparantie te bekomen op de financiën van de amateurclubs en een verschuiving door te voeren in hun uitgavenpatroon. Door de RSZ-vrijstelling te beperken tot een bedrag van 4.500 euro hoopt de KBVB dat de clubs hun geld meer gaan investeren in jeugdspelers, trainers en begeleiders dan in royale vergoedingen voor hun A-kernspelers. Dit, in combinatie met de jaarlijkse budgetoefening, moet er ook voor zorgen dat clubs bewuster met hun financiële middelen gaan omspringen en op deze wijze een duurzaam businessmodel uit te bouwen voor de lange termijn. Om deze transitie vlot te doen verlopen zullen de amateurclubs ondersteund worden door een team van specialisten binnen Voetbal Vlaanderen en de KBVB.