Sommige fifa-regels voor het transferen van spelers zijn mogelijk in strijd met het unierecht

Momenteel is er een zaak hangende bij het Europees Hof Van Justitie aangaande de complementariteit van de FIFA transferregels met het vrij verkeer van personen in de Europese Unie. Deze regels zijn van toepassing op alle bij FIFA aangesloten voetbalbonden.
De aanleiding hiervan was een geschil tussen Lassana Diarra en de Russische club Lokomotiv Moskou. Diarra had een contract getekend bij deze club maar zag zijn contract een jaar later eenzijdig beëindigd worden. Lokomotiv Moskou was immers van oordeel dat Diarra zijn contract had geschonden en had hiervoor tevens een schadevergoeding gevorderd. Dit had grote gevolgen voor Diarra. De FIFA-regels schrijven immers voor dat in dergelijke gevallen de speler én de club die hem nadien in dienst wilt nemen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de te betalen schadevergoeding aan de voormalige club. Daarnaast kan de bond van de club waarbij de speler voordien aangesloten was, weigeren om een internationaal transfercertificaat af te leveren aan de bond waarbij de nieuwe club van de speler aangesloten is zolang het geschil met de voormalige club duurt.
Diarra was in grote lijnen rond met Sporting Charleroi maar zag de transfer last minute afgeketst worden, gelet op het gegeven dat Charleroi het risico niet wou nemen om aansprakelijk te worden gesteld voor voormelde schadevergoeding.
Diarra was dan ook van oordeel dat dergelijke regelgeving in strijd was met het vrij verkeer van werknemers aangezien zijn zoektocht naar een nieuwe club ernstig werd bemoeilijkt. Hij besloot een procedure aan te spannen tegen de FIFA en de KBVB voor de Belgische rechtbank om zijn schade bestaande uit inkomstenderving, vergoed te zien. In dit geschil had de Belgische rechter de prejudiciële vraag gesteld of dergelijke regelgeving in strijd was met het vrij verkeer van werknemers en het Europees mededingingsrecht.
Op 30 april 2024 heeft advocaat-generaal Szpunar hieromtrent zijn oordeel geveld. Beide vragen werden positief beantwoord. Zo stelde hij dat er geen twijfel kan bestaan over het beperkende karakter van deze regels waar het gaat om het vrij verkeer. Door deze bepalingen raken clubs immers ontmoedigd en nemen zij een speler in zo’n situatie niet in dienst omdat zij financiële risico’s vrezen.
Wat betreft het mededingingsluik stelde hij dat deze regels het vermogen beperken van de clubs om spelers te contracteren waardoor zij hoe dan ook van invloed zijn op de concurrentie tussen de clubs op de markt voor de werving van profspelers.
Het is wel belangrijk om te benadrukken dat de conclusie van de advocaat-generaal het Hof van Justitie niet bindt, doch wel een goede indicatie kan zijn. Het arrest zal op een latere datum geveld worden maar de kans is reëel dat Diarra zijn slag zal thuis halen.

Bron: perscommuniqué nr. 78/24, conclusie van de advocaat-generaal in de zaak C-650/22

Related Posts

Leave a Reply