Sinds 31 maart 2025 is er een systeem operationeel waarbij het uitvoerend beslag onder derden gedigitaliseerd wordt. Het juridische landschap rond tenuitvoerlegging wordt daarmee een stuk efficiënter en moderner, wat zowel de rechtspraktijk als het vertrouwen in de afdwingbaarheid van gerechtelijke uitspraken ten goede komt.
In het beslagrecht is het uitvoerend beslag onder derden een bijzonder nuttig instrument, waarbij bijvoorbeeld beslag wordt gelegd op bankrekeningen van de schuldenaar. Tot voor kort vereiste deze werkwijze echter dat men wist bij welke bank(en) de schuldenaar rekeningen had. Het bekomen van die informatie via een gerechtelijke procedure was allesbehalve eenvoudig en werd aan strikte voorwaarden onderworpen.
Hierin is verandering gekomen met de wet van 15 mei 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen II. Deze wet voorziet in de invoering van een nieuw artikel 1539bis in het Gerechtelijk Wetboek. Dit artikel verleent gerechtsdeurwaarders in het kader van een uitvoerend derdenbeslag de mogelijkheid om via het Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten (het zogenaamde CAP) informatie te bekomen over de financiële rekeningen van een schuldenaar. Concreet betekent dit dat een gerechtsdeurwaarder kan nagaan bij welke financiële instellingen de schuldenaar bankrekeningen heeft. Bovendien gaat de mededeling verder dan een loutere identificatie: indien er op één of meerdere rekeningen een beschikbaar saldo staat dat gelijk is aan of groter is dan het bedrag waarop beslag wordt gelegd, wordt meegedeeld dat dit saldo toereikend is. Indien het beschikbare saldo lager ligt dan het beslagen bedrag, wordt het exacte saldo meegedeeld. Dit biedt een aanzienlijke efficiëntiewinst voor schuldeisers en hun raadslieden, die voorheen vaak in het duister tastten over de financiële draagkracht van hun schuldenaar.BRON: 15 MEI 2024. – Wet houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen II