In het Belgische arbeidsrecht bestaat de mogelijkheid om een arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen om een dringende reden. Dit gebeurt zonder opzegtermijn of verbrekingsvergoeding. Een dringende reden wordt juridisch omschreven als een ernstige tekortkoming van één van de partijen, die elke verdere professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt. De partij die zich op een dringende reden beroept, draagt de bewijslast van deze fout en moet bovendien een strikt voorgeschreven procedure volgen om rechtsgeldig te kunnen optreden.
De arbeidsovereenkomst moet verbroken worden binnen een termijn van drie werkdagen vanaf de dag nadat de feiten voldoende bekend zijn. Daarnaast moet binnen een nieuwe termijn van drie werkdagen, te rekenen vanaf de verbreking, ook duidelijk worden meegedeeld welke feiten precies aan de basis liggen van de beslissing. Deze kennisgeving kan via een aangetekende brief, een gerechtsdeurwaardersexploot of door overhandiging van een geschreven verklaring waarvan de ontvangst wordt bevestigd. In de praktijk worden deze stappen vaak gecombineerd in één brief, die tijdig wordt verzonden. Indien de procedure niet correct gevolgd wordt, is de verbreking nietig en kan dit aanzienlijke gevolgen hebben, waaronder een schadevergoeding voor de andere partij.
De beoordeling of er effectief sprake is van een dringende reden, gebeurt uiteindelijk door de arbeidsrechtbank bij betwisting. Rechtspraak heeft reeds verschillende gedragingen erkend als grond voor ontslag om dringende reden, zoals diefstal, agressief gedrag, misbruik van vertrouwen of ongeoorloofde afwezigheid. Elk geval wordt echter afzonderlijk beoordeeld in zijn concrete omstandigheden.BRON: Artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.