Om de tewerkstelling te stimuleren, heeft de Vlaamse overheid heel wat maatregelen genomen. Een maatregel die heel wat stof deed opwaaien waren de voorrangregels voor inkomensgerelateerde opvang van baby’s en peuters. Zo zijn er met ingang van april 2024 regels van kracht die voorzien in een absolute voorrang aan gezinnen waarvan de ouders minstens vier vijfde werken of een dagopleiding volgen. De achterliggende reden hierbij was dat wie minder dan 4/5de werkt of een opleiding volgt, makkelijker in een alternatief kan voorzien.
Verschillende vakbonden en VZW’s zijn naar het Grondwettelijk Hof gestapt om de vernietiging van deze bepaling te vorderen. Zij waren immers van oordeel dat de bepaling verschillende categorieën van personen discrimineert, waaronder personen die deeltijds werken of werkzoekenden.
Het Hof heeft zich onlangs uitgesproken over deze kwestie en was van oordeel dat er inderdaad sprake is van een schending van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie zoals vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Het Hof oordeelde dat de Vlaamse decreetgever in sterke mate mag rekening houden met de werk- en opleidingssituatie van gezinnen die een behoefte aan kinderopvang hebben, doch dat een absolute voorrang niet redelijk verantwoord is. Zo stelt het Hof dat het niet blijkt dat gezinnen die minder dan 4/5de werken of een dagopleiding volgen, minder nood hebben aan kinderopvang en makkelijker in een alternatief zouden kunnen voorzien. De assumptie dat zij voor een minder lange tijdsduur opvang nodig zouden hebben, doet immers geen afbreuk aan het feit dat zij, minstens voor de tijdstippen waarop zij werken of een opleiding volgen, evenzeer nood hebben aan kinderopvang om hun huidige graad van tewerkstelling of opleiding te behouden en desgevallend te verhogen, aldus het Hof.
Daarnaast nam het Hof het gegeven in rekening dat de categorieën die door deze voorrangsregels worden getroffen omwille van hun doorgaans beperktere financiële draagkracht ook geen beroep kunnen doen op private en duurdere vormen van kinderopvang waardoor het niet altijd makkelijker is om in een alternatief te voorzien.
De voorrangsregels werden aldus door het Hof vernietigt waardoor deze met ingang van 1 mei 2025 niet langer van toepassing zijn.
Bron: persbericht Grondwettelijk Hof arrest 72/2025