De bankgift blijft één van de populairste instrumenten binnen de vermogensplanning. Via een eenvoudige bankoverschrijving kan een schenker een geldsom overmaken aan een begiftigde, zonder dat men schenkbelasting op deze geldsom verschuldigd is. Deze onrechtstreekse schenkingstechniek biedt interessante fiscale voordelen, maar vereist ook de nodige aandacht voor de juridische en fiscale spelregels die eraan verbonden zijn.
Een belangrijk aandachtspunt is de zogenaamde risicoperiode. Tot eind 2024 bedroeg deze periode in Vlaanderen drie jaar. Dat betekende dat, als de schenker binnen de drie jaar na de bankgift zou overlijden, de overgemaakte som alsnog aan erfbelasting onderworpen werd. Vanaf 1 januari 2025 werd deze termijn verlengd naar vijf jaar, in navolging van Wallonië. Door deze aanpassing kunnen meer bankgiften alsnog belast worden bij overlijden, wat de planning gevoeliger maakt. De aankondiging van deze wetswijziging eind 2024 leidde tot een toename van het aantal bankgiften in een poging nog te genieten van de kortere risicoperiode.
Tot voor kort werd aangenomen dat een fysiek ondertekend document vereist was om als geldig schriftelijk bewijs van een bankgift te gelden. Met standpunt 22018 van de Vlaamse Belastingdienst, gepubliceerd op 27 januari 2025, wordt nu ook de gekwalificeerde elektronische handtekening aanvaard. Een pacte adjoint dat ondertekend is via bijvoorbeeld itsme, en gecombineerd wordt met relevante bankafschriften, geldt voortaan als rechtsgeldig bewijs. Dit zorgt niet alleen voor meer gebruiksgemak, maar ook voor een vlottere afhandeling van bankgiften.
Nog een belangrijk weetje hierbij is dat mocht de schenker binnen de termijn van 5 jaar zou sterven men de pacte adjoint wel nog kan laten registreren tot de dag van het overlijden zelf om erfbelastingen te vermijden. Men zal dan wel nog de schenkbelastingen dienen te betalen.
BRON: https://www.vlaanderen.be/vlaamse-belastingdienst/wat-verandert-er-vanaf-1-januari-2025