Huurschade: het belang van een intredende plaatsbeschrijving

Huurschade, de schade die ontstaat aan een gehuurde woning tijdens de huurperiode, is helaas een vaak voorkomend probleem in ons land. Wie een woning verhuurt, wenst logischerwijze dat deze goed wordt onderhouden en dat u deze na afloop van de huurovereenkomst in goede staat wordt terugbezorgd.

Het Burgerlijk Wetboek voorziet in verschillende wetsbepalingen die bescherming bieden aan de verhuurder. Zo moet het gehuurde goed volgens het principe van de goede huisvader onderhouden te worden en dient de woning aan het einde van de huurperiode in de oorspronkelijke staat teruggegeven te worden.

Artikel 1732 van het oude BW bepaalt het volgende:
De huurder is aansprakelijk voor beschadigingen of verliezen die gedurende zijn huurtijd ontstaan, tenzij hij bewijst dat die buiten zijn schuld hebben plaatsgehad.
De huurder kan weliswaar niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat door normale slijtage. Hetzelfde geldt voor de schade die is ontstaan door overmacht (overstromingen,..) Dit is immers schade die buiten de schuld van de huurder hebben plaatsgevonden.
Deze aansprakelijkheid van de huurder voor huurschade betreft een wettelijk vermoeden van aansprakelijkheid. Dit betekent dat de huurder actief moet bewijzen dat hem geen schuld treft. Zo zou hij bijvoorbeeld kunnen beargumenteren dat de schade reeds aanwezig was voor aanvang van de huurovereenkomst.

In dit kader valt het belang van een gedetailleerde plaatsbeschrijving niet te onderschatten. Indien de verhuurder niet over een intredende plaatsbeschrijving beschikt, geldt er immers een weerlegbaar vermoeden dat de schade reeds aanwezig was bij aanvang van de huurperiode. In de praktijk merken we dat het moeilijk is om dit vermoeden te weerleggen. Het opstellen van dergelijke intredende plaatsbeschrijving is dus essentieel.

Mocht na het einde van de huurovereenkomst blijken dat er sprake is van huurschade, dient de huurder dit bij equivalent te vergoeden. Herstel in natura zal immers niet langer mogelijk zijn aangezien de huurder de woning niet meer kan betreden. Bij betwistingen hieromtrent zal men een procedure voor de Vrederechter moeten opstarten. Vaak zal de Vrederechter ter plaatse komen om samen met een deskundige zelf de huurschade te komen vaststellen.

Indien u specifieke vragen heeft over huurschade, aarzel dan zeker niet om ons te contacteren.

Related Posts