Indien u een woning verhuurt, kan het voorkomen dat de huurder(s) in gebreke blijven om de huur te betalen. Dit is uiteraard vervelend, a fortiori indien u afhankelijk bent van deze huurinkomsten. Hieronder wordt besproken hoe u dergelijke situaties het best aanpakt en hoe u optimaal uw rechten als verhuurder kan afdwingen.
Voorkomen is beter dan genezen luidt het spreekwoord. Indien men een woning wenst te verhuren is het dan ook belangrijk om de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen. De eerste stap is het screenen van de huurders. Dit dient uiteraard te gebeuren binnen het wettelijk kader, waarbij het recht op privacy in hoofde van de huurders moet worden gerespecteerd. De Vlaamse Woninghuurwet laat de verhuurder weliswaar toe om documenten op te vragen die noodzakelijk zijn om na te gaan of de potentiële huurder in staat is om aan zijn/haar verplichtingen als huurder te voldoen. Het is aangewezen om van dit recht gebruik te maken en, alvorens een huurovereenkomst te sluiten, loonfiches, aanslagbiljetten enz. op te vragen. Op deze wijze krijgt u een beter inzicht in de betalingscapaciteiten van uw potentiële huurders.
De tweede voorzorgsmaatregel is het opstellen van een huurovereenkomst waarin uw rechten als verhuurder zoveel als mogelijk worden gevrijwaard. In dit kader kan gedacht worden aan een huurwaarborg – wettelijk mag u tot drie maanden huur als waarborg vragen – en clausules die voorzien in een schadebeding of intresten bij laattijdige betaling.
Indien u vervolgens geconfronteerd wordt met niet-betaling, onderneemt u best volgende stappen. De eerste stap is doorgaans het versturen van een betalingsherinnering. Mocht hier geen gevolg aan gegeven worden, dient u een aangetekende ingebrekestelling te versturen met de vermelding van het openstaande bedrag en het verzoek om binnen een bepaalde termijn tot betaling over te gaan, en met de vermelding dat u verdere juridische stappen zult nemen indien er geen passend gevolg aan gegeven wordt.
Mocht de huurder dan nog niet overgaan tot betaling, dient u een verzoekschrift in te dienen bij het vredegerecht van het kanton waar de woning is gelegen. U kunt in het verzoekschrift bijvoorbeeld de achterstallige huur vorderen, maar ook de ontbinding van de huurovereenkomst ten laste van de huurder. Doorgaans zal de vrederechter dit toestaan als er sprake is van meer dan twee maanden huurachterstal. Desgevallend kan u ook een wederverhuringsvergoeding en de uithuiszetting van de huurder vragen.
Indien de vrederechter uw vorderingen toekent in haar vonnis, beschikt u over een uitvoerbare titel. Een gerechtsdeurwaarder kan dit vonnis laten betekenen en het vonnis uitvoeren, bijvoorbeeld door beslag te leggen op de goederen of inkomsten van de schuldenaar. Ook kan de gerechtsdeurwaarder, met hulp van de ‘sterke arm’ overgaan tot uithuiszetting van de huurder indien de vrederechter hiertoe heeft beslist.
Mocht u vragen hebben over dit topic, aarzel dan zeker niet om ons te contacteren.