ERFBELASTING: 0% tarief voor legaten aan een goed doel die wordt gekozen door een natuurlijk persoon aangeduid bij testament

Aanvraag

Aan VLABEL werd een ontwerp van een testament voorgelegd waarin de nalatenschap door de testator in eerste instantie wordt gelegateerd aan zijn moeder als algemene legataris.

Ingeval zijn moeder op moment van het overlijden van de testator reeds is vooroverleden, zal de nalatenschap van de testator toekomen aan:

Enerzijds een VZW die bij naam in het testament wordt aangeduid en anderzijds 4 goede doelen die aan te duiden zijn door 4 natuurlijke personen die in het testament bij naam worden genoemd.

In het testament wordt verduidelijkt dat de goede doelen wel tot een welbepaalde sociale sector dienen te behoren. Deze goede doelen worden in het testament aangeduid als algemene legatarissen.

Volgens de testator hebben deze 4 natuurlijke personen de nodige expertise om een goed doel aan te duiden en acht hij hen aldus beter in staat om een goed doel aan te duiden.

Aan VLABEL wordt de vraag gesteld op welke wijze deze legaten zullen belast worden in de erfbelasting: aan het 0% tarief (artikel 2.7.4.2.1, eerste lid VCF) of aan het tarief in hoofde van de natuurlijke personen (artikel 2.7.4.1.1. VCF)?

De testator zelf is van mening dat het 0% tarief van toepassing zal zijn aangezien de goede doelen de eigenlijke legatarissen zullen uitmaken en niet de natuurlijke personen die de goede doelen zullen aanduiden. De natuurlijke personen zelf zullen namelijk geen legaat ontvangen en worden niet aanzien als begunstigde van de nalatenschap.

Beslissing Vlabel

Vlabel stelt dat het 0% tarief zal worden toegepast indien de algemene legatarissen behoren tot één van de categorieën van begunstigden, als vermeld in artikel 2.7.4.2.1, eerste lid VCF.

Volgens Vlabel zal artikel 2.7.4.2.1 VCF aldus dus van toepassing zijn op de legaten die toekomen aan de goede doelen.

Tot slot stelde Vlabel eveneens dat in de hypothese dat de testator heeft voorzien dat de natuurlijke personen een vergoeding krijgen om de testamentaire beschikkingen uit te voeren, deze vergoeding wordt beschouwd als een legaat als ze meer dan 5% van de waarde van de beheerde (roerende) goederen bedraagt. In dat geval zal de vergoeding worden belast in hoofde van de natuurlijke personen.

Bedraagt de vergoeding niet meer dan 5% van de waarde van de beheerde goederen, dan wordt de vergoeding niet beschouwd als een legaat.

Wenst u hierover meer informatie, aarzel dan niet om ons te contacteren.

 Bron: Voorafgaande beslissing nr. 21064 d.d. 11.10.2021 https://belastingen.vlaanderen.be/vb-21064-legaat-met-keuzeverlening