Enkel het bestaan van een economische activiteit (en niet winstgevendheid) relevant om als btw-belastingplichtige te worden gekwalificeerd

Een onderneming die verlies maakt over een lange periode is economisch gezien niet solide, doch fiscaal gezien kan dit wel interessant zijn.

Dit wordt bevestigd door een arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen d.d. 15 september 2020 waarin het Hof de redenering van de fiscus, waarbij deze meent dat uit het feit dat een vennootschap (in casu een paardenfokkerij) die sedert haar oprichting in 1997 steeds verlieslatend is geweest en niet de nodige maatregelen heeft genomen om het tij te keren, kan worden afgeleid dat zij haar activiteiten niet heeft opgebouwd met de bedoeling om er duurzaam opbrengsten uit te verkrijgen, verwerpt.

De fiscus stelde dat wegens het gebrek aan winst de belastingplichtige paardenfokkerij een amateur was en geen professioneel, waardoor de kosten niet aftrekbaar zouden zijn. 

Het Hof oordeelt daar duidelijk anders over. Het Hof stelt de verschillen tussen de inkomensbelasting en de btw nogmaals duidelijk.

Er bestaat heel wat rechtspraak m.b.t. de inkomensbelasting omtrent paardenfokkerijen die niet tot doel zouden hebben om winst te maken waarin de rechtbank de redenering van de fiscus volgt. De fiscus meent dan dat de belastingplichtige enkel het stelselmatig verrekenen van verliezen beoogt om op deze manier de te betalen belasting te verlagen. Om die reden worden grote paardenfokkerijen door de fiscus vaak geherkwalificeerd als ‘hobby’ om zo de kostenaftrek te verwerpen.

Wat betreft btw, geldt deze redenering echter niet, daar het winstoogmerk hierbij geen rol speelt.

Artikel 4 §1 van het Btw-Wetboek geeft een definitie van belastingplichtige:

“Belastingplichtige is eenieder die in de uitoefening van een economische activiteit geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verricht die in dit Wetboek zijn omschreven, ongeacht op welke plaats de economische activiteit wordt uitgeoefend.” [eigen markering]

Enkel het bestaan van een economische activiteit is aldus relevant en niet het winstoogmerk.

Het Hof van Beroep oordeelde in voormeld vonnis d.d. 15.09.2020 dat er sprake was van een duurzame economische activiteit op basis van volgende elementen:  

“De vennootschap bestaat sinds 1997 en is sindsdien onafgebroken met dezelfde activiteiten bezig, waarbij ze steeds paarden heeft gefokt en getraind en paarden en sperma tegen vergoeding heeft verkocht, stallen heeft verhuurd en aan wedstrijden heeft deelgenomen. Dat het aantal verkopen beperkt bleef en dat de onderneming niet de groei kende die ervan verwacht kon worden, neemt niet weg dat er sprake is van een zekere naambekendheid in het milieu, van een substantiële voorraad aan paarden en aan sperma, van de aanwezigheid van de nodige vergunningen, registraties en erkenningen om op professionele wijze raspaarden te fokken, van een uitgebreid personeel en een gevoerde publiciteit en van een professioneel ingerichte infrastructuur.” 

Het Hof stelt daarbij uitdrukkelijk:

“Dat de resultaten van de onderneming tegenvielen, belet aldus niet dat de activiteit erop gericht is om duurzaam inkomsten te verkrijgen en belet niet dat er sprake is van een economische activiteit in de zin van de btw-wetgeving.”

De fiscus gaat via software vaak op zoek naar ondernemingen die gedurende meerdere jaren geen wist maken om voor die ondernemingen de kostenaftrek te kunnen verwerpen. Op het vlak van btw is dit niet steeds terecht.

Bron:

Antwerpen (burg.) (B6Me k.) nr. 2019/AR/518, 15 september 2020

https://atern.io/voortdurend-verlies-maken-hold-your-horses/