Het huurrecht kent op heden een aanzienlijke aandeel in rechtsprocedures. Het aantal disputen omtrent een al dan niet terechte uithuiszetting loopt dan ook de spuigaten uit.
Zeker in hoofde van de verhuurder is de wet heel streng en kent zij slechts 3 situaties toe alwaar de verhuurder het recht heeft de huurovereenkomst vroeger op te zeggen.
Niettemin vormen deze opzeggingsredenen geenszins een zekerheid dat de uithuiszetting effectief kan plaatsvinden.
Zo voorziet artikel 24 van het Vlaams Woninghuurdecreet immers op een recht op verlenging van de huurovereenkomst, ondanks de geldige opzegging door de verhuurder.
De wetgever tracht hiermee tegemoet te komen aan de mogelijke benarde situaties waarin huurders zich kunnen bevinden die het hen onmogelijk maken om tijdig te verhuizen.
Dit artikel luidt overigens als volgt:
Art.24
Verlenging wegens buitengewone omstandigheden
Als een huurovereenkomst vervalt of ten gevolge van een opzegging eindigt, kan de huurder die het bewijs van buitengewone omstandigheden levert, om een verlenging verzoeken.
In een brochure van het Agentschap Wonen Vlaanderen tracht de overheid een alomvattende definitie te formuleren van deze “buitengewone omstandigheden”:
Dat zijn omstandigheden waardoor de huurder tijdelijk niet of moeilijk kan verhuizen of een andere woning kan zoeken. Dat kan een onvoorzienbare of plotse situatie zijn of moeilijke omstandigheden, waardoor de huurder tijdelijk in de verhuurde woning moet kunnen blijven.
Ter verduidelijking halen zij eveneens enkele voorbeelden aan:
Buitengewone omstandigheden zijn een zwangerschap waardoor men moet rusten, de hoge leeftijd van de huurder, een zware medische ingreep, de onbeschikbaarheid van de aangekochte woning of vertraging in de afwerking van een woning.
Deze bepaling behelst slechts een kleine passage in de wet doch is van groot belang.
Huurders die zich op een punt in hun leven bevinden alwaar zij geenszins in staat zijn om te verhuizen, krijgen hiermee een kans op verlenging en bijgevolg de nodige empathie.
Huren is op heden vaak onzekerder dan kopen daar een huurovereenkomst nooit levenslang aangegaan wordt. Men kan zich dan ook niet voorstellen hoe het moet zijn als men de boodschap krijgt zo snel mogelijk een andere thuis te zoeken en dit terwijl men fysiek alle energie ontbreekt bv. door ziekte.
Deze bepaling houdt rekening met het feit dat mensen nog steeds mensen zijn en aldus eens tegenslag kunnen ervaren.
De passage betreft dan wel van geringe omvang, de toepassing ervan kan levensnoodzakelijke gevolgen hebben.
Concluderend kan men derhalve stellen dat de wetgever geen menselijkheid ontbreekt en artikel 24 van het Vlaams Woninghuurdecreet is hier een duidelijke veruitwendiging van.
BRON: Artikel 24 Vlaams Woninghuurdecreet
Infobrochure Agentschap Wonen Vlaanderen