De hernieuwing van de handelshuurovereenkomst

Een handelshuurovereenkomst wordt aangegaan voor een duur die niet korter mag zijn dan 9 jaren.

Maar wat na het verstrijken van deze termijn?

De huurder heeft steeds het recht om een hernieuwing van zijn huurovereenkomst te vragen om zijn handel voort te zetten. De voorzetting van de handel dient evenwel dezelfde handel te zijn als voordien.

Zo kan bij het verstrijken van de termijn de duur opnieuw verlengd worden voor 9 jaar.

Zelfs na de eerste hernieuwing en de tweede hernieuwing kan de handelshuurovereenkomst opnieuw worden verlengd voor een duur van 9 jaar.

De huurder is aldus in de mogelijkheid om de handelshuurovereenkomst drie maal voor een duurtijd van 9 jaar te verlengen.

Dit recht vloeit voort uit Artikel 13 van de Handelshuurwet:

De huurder heeft het recht, bij voorkeur boven alle andere personen, de hernieuwing van zijn huurovereenkomst te verkrijgen om dezelfde handel voort te zetten, hetzij bij het verstrijken ervan, hetzij bij het verstrijken van de eerste of de tweede hernieuwing, voor een duur van negen jaar, behoudens akkoord van partijen dat blijkt uit een authentieke akte of uit een voor de rechter afgelegde verklaring. Dit recht is beperkt tot drie hernieuwingen.

Wordt door de huurder een hernieuwing van de handelshuurovereenkomst gevraagd, dan kan de verhuurder dit slechts weigeren volgens de redenen die in artikel 16 van de Handelshuurwet zijn opgenomen.

Zo kan de verhuurder ondermeer de hernieuwing weigeren om reden dat hij een aanbod van een hogere huurprijs door een derde partij heeft ontvangen.

Opdat de verhuurder zich rechtsgeldig op dit argument kan beroepen, dient het aanbod van de derde evenwel aan bepaalde voorwaarden te voldoen.

Het aanbod van de derde zal namelijk pas in aanmerking worden genomen indien dit de verbintenis van de derde insluit om aan de huurder, die eventueel uit het goed zal worden gezet, de vergoeding wegens uitzetting te betalen.

Daarnaast dient dit aanbod ook de verbintenis van de derde te omvatten om zich voor een duur van ten minste drie maanden aan dit aanbod te verbinden.

Bovendien dient dit aanbod, hetgeen aan bovenstaande voorwaarden dient te voldoen, aan de huurder ter kennis te worden gegeven bij aangetekende brief of bij gerechtsdeurwaardersexploot waarbij in de kennisgeving expliciet de termijn wordt vermeld waarbinnen de huurder de in het aanbod voorgestelde huurprijs moet aanvaarden. Daarbij dient eveneens te worden vermeld dat de niet-inachtneming van de termijn het verval ten gevolg heeft.

Wordt vervolgens door de huurder een gelijke huurprijs onder gelijke voorwaarden aangeboden, dan dient de verhuurder de voorkeur te geven aan de huurder boven alle anderen.

De verhuurder kan aldus niet zomaar de hernieuwing weigeren, hij zal zich moeten houden aan de wettelijke bepalingen van de Handelshuurwet.

Bron: Handelshuurwet van 30 april 1951

Related Posts