De collectieve schuldenregeling

Het leven wordt steeds duurder. Nadat we Corona net hadden overleefd, start een oorlog tussen Rusland en Oekraïne.  Beide gebeurtenissen hebben een grote impact op ons dagdagelijkse leven.

Zo stegen de prijzen in de supermarkt, maar ook voor gas en brandstof zijn de prijzen ongezien. Dit kan ervoor zorgen dat vele gezinnen hun rekeningen op het einde van de maand niet meer kunnen betalen. De collectieve schuldenregeling kan in zo’n gevallen een oplossing bieden.

 

Wat is de collectieve schuldenregeling?

Een collectieve schuldenregeling is een gerechtelijke procedure om structurele betalingsproblemen aan te pakken. De Arbeidsrechtbank zal beslissen of u wordt toegelaten tot een collectieve schuldenregeling en stelt in bevestigend geval een schuldbemiddelaar aan die uw inkomen in uw plaats beheert.

Na afloop van de collectieve schuldenregeling kunt u terug schuldenvrij door het leven gaan.

Een voordeel van een collectieve schuldenregeling bestaat erin dat er geen interesten meer lopen en er geen deurwaarders meer kunnen langskomen voor de bestaande schulden.

Wordt echter uw collectieve schuldenregeling later herroepen, dan kijkt u best na of de kennisgeving van de vonnis per gerechtsbrief de mogelijkheden tot het instellen van een rechtsmiddel, de termijn waarbinnen dit rechtsmiddel moet worden ingesteld en het adres van de bevoegde beroepsinstantie, wordt vermeld.

Het Grondwettelijk Hof oordeelde namelijk recent dat het artikel in het Gerechtelijk Wetboek dat voorziet in de kennisgeving van dergelijke beslissingen, niet overeenstemt met artikel 10 en 11 van de Grondwet.

Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 30 juni 2022

In 2018 werd door de heer PS een verzoek ingediend tot toelating tot een collectieve schuldenregeling. Dit verzoek werd door de arbeidsrechtbank te Antwerpen toelaatbaar verklaard.

Drie jaar later wordt door de schuldbemiddelaar de herroeping van de toelaatbaarheid gevraagd op basis van artikel 1675 van het Gerechtelijk Wetboek. Dit verzoek wordt door de arbeidsrechtbank toegestaan waardoor de collectieve schuldenregeling wordt herroepen.

Het vonnis van de arbeidsrechtbank wordt door de griffie aan de heer PS overgemaakt door middel van een gerechtsbrief in toepassing van artikel 1675/16 van het Gerechtelijk Wetboek.

Tegen dit vonnis werd door de heer PS hoger beroep ingesteld aangezien hij zich niet akkoord kon verklaren met de herroeping.

In de beroepsprocedure stelt de schuldbemiddelaar echter dat het hoger beroep door de heer PS laattijdig werd ingesteld.

De heer PS haalde als verdediging aan dat de gerechtsbrief waarmee het vonnis van 5 november 2021 hem ter kennis werd gebracht, geen melding maakte van de rechtsmiddelen, de termijn waarbinnen dat rechtsmiddel moest worden ingesteld of de benaming en het adres van het rechtscollege dat bevoegd is om er kennis van te nemen.

Om hierover te kunnen beslissen, stelde het verwijzende rechtscollege een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof.

De prejudiciële vraag peilt naar de bestaanbaarheid van artikel 1675/16 van het Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepaling er niet toe verplicht dat de kennisgeving van het vonnis tot herroeping, op straffe van nietigheid, melding maakt van de rechtsmiddelen, van de termijn waarbinnen zij moeten worden ingesteld en van de benaming en het adres van het rechtscollege dat bevoegd is om er kennis van te nemen.

Artikel 1675/16 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt namelijk het volgende:

Ҥ 1

Alle oproepingen in het raam van de procedure van de collectieve schuldenregeling 4[en de in artikel 1675/19, § 3, bedoelde beslissingen]4 worden door de griffier bij gewone brief ter kennis gebracht.

§2

De volgende uitspraken worden door de griffier bij gerechtsbrief ter kennis gebracht:

1° de beschikking van toelaatbaarheid, bedoeld in artikel 1675/6;

2° alle uitspraken die de collectieve schuldenregeling beëindigen of herroepen;

3° de herroeping van de beschikking van toelaatbaarheid, bedoeld in artikel 1675/15;

4° de uitspraken inzake het derdenverzet tegen de beschikking van toelaatbaarheid, bedoeld in artikel 1675/6

§2/1

De in artikel 1675/17, § 4, bedoelde beslissing tot vervanging wordt door de vervangende schuldbemiddelaar bij een ter post aangetekende brief ter kennis gebracht van de schuldeisers en van de schuldenaars van inkomsten.

§3

Alle overige uitspraken worden door de griffier bij een ter post aangetekende brief ter kennis gebracht. De in artikel 1675/17, § 4, bedoelde beslissing tot vervanging wordt alleen ter kennis gebracht van de vervangen schuldbemiddelaar, van de vervangende schuldbemiddelaar en van de schuldenaar.

§4

De uitspraken zijn uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande hoger beroep en zonder borgstelling.

Behalve wat de in artikel 1675/6 bedoelde beschikking van toelaatbaarheid betreft en zonder dat, in deze veronderstelling, artikel 1122, tweede lid, 3°, kan worden ingeroepen, zijn die uitspraken niet vatbaar voor derdenverzet.

De vonnissen en arresten die bij verstek werden gewezen zijn niet vatbaar voor verzet.

De kennisgeving van de uitspraken geldt als betekening.”

Oordeel van het Grondwettelijk Hof

Het Hof stelt dat teneinde het recht op toegang tot de rechter te waarborgen, het van belang is dat de regels aangaande de mogelijkheden omtrent de rechtsmiddelen en de termijnen zo duidelijk mogelijk aan de rechtzoekenden ter kennis worden gebracht zodat deze er gebruik van kunnen maken conform de wet.

Die wezenlijke vereisten gelden met betrekking tot het recht op toegang tot de rechter, dat een aspect van het recht op een eerlijk proces vormt, op algemene wijze betreffende iedere rechtzoekende die moet weten welk gevolg kan worden gegeven aan een vonnis. Ze zijn van toepassing op de betekening van een vonnis.

De kennisgeving bij gerechtsbrief van de beslissingen aangaande collectieve schuldenregeling moet worden gelijkgesteld met de betekening van een vonnis. Artikel 1675/16 van het Gerechtelijk Wetboek is aldus niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij niet vereist dat de kennisgeving van het vonnis tot herroeping, op straffe van nietigheid, melding maakt van de rechtsmiddelen, van de termijn waarbinnen zij moeten worden ingesteld en van de benaming en het adres van het rechtscollege dat bevoegd is om daar kennis van te nemen. 

De gevolgen van de kennisgevingen van vonnissen tot herroeping van een collectieve schuldenregeling die overeenkomstig artikel 1675/16 van het Gerechtelijk Wetboek zijn of zullen worden gedaan, worden gehandhaafd tot de aanneming door de wetgever van een bepaling die verzekert dat bij de kennisgeving van een dergelijk vonnis de hierboven vermeldingen ter kennis worden gebracht van de rechtzoekende en uiterlijk tot en met 31 december 2022.

Bron: GwH 30 juni 2022, nr. 92/2022, www.stradalex.be; www-stradalex-com.kuleuven.e-bronnen.be/nl/sl_news/document/sl_news_article20220725-3-nl.