De Europese Commissie heeft deze week een belangrijke stap gezet in de vereenvoudiging van de ESG-verplichtingen voor Europese ondernemingen met het voorstel van het zogenaamde “Omnibuspakket”. Dit voorstel beoogt de administratieve lasten rond de milieu-, sociale- en governance (ESG) verplichtingen te verlichten, waarmee een belangrijke zorg van de industrie wordt aangepakt: de dreigende complexiteit van de nieuwe wetgeving. Met de lancering van de EU Green Deal in de afgelopen jaren, zijn er een aantal ingrijpende maatregelen doorgevoerd waardoor dit leidde tot zorgen bij ondernemingen over de haalbaarheid van de naleving ervan, vooral bij KMO’s.
Het Omnibuspakket is voorgesteld als een manier waarop aan deze bezorgdheid tegemoet gekomen wordt en waarbij tegelijkertijd het concurrentievermogen van Europese ondernemingen verbeterd wordt. Een van de belangrijkste voorstellen betreft de verhoging van de toepassingsdrempels voor de CSRD, waardoor ongeveer 80% van de ondernemingen die momenteel onder deze richtlijn vallen, buiten het bereik van de verplichtingen komen. Dit betekent dat ondernemingen met minder dan 1.000 werknemers, mits ze niet voldoen aan de overige financiële criteria zoals een omzet van meer dan 50 miljoen euro of een balanstotaal van meer dan 25 miljoen euro, niet langer verplicht zijn om gedetailleerde ESG-rapportages in te dienen.
Het Omnibuspakket biedt daarnaast meer bescherming voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s). Het nieuwe voorstel legt beperkingen op aan de hoeveelheid informatie die KMO’s kunnen worden gevraagd. Dit draagt bij aan de vermindering van de administratieve druk die ook op KMO’s rust, en beschermt hen tegen overmatige eisen van grote organisaties.
Hoewel de Europese Commissie benadrukt dat het Omnibuspakket niet bedoeld is als deregulering, maar slechts als een vereenvoudiging, blijft de vraag of deze voorstellen daadwerkelijk de beoogde verlichting zullen bieden. Ondernemingen die niet meer onder de CSRD vallen, worden aangemoedigd om vrijwillig te blijven rapporteren, bijvoorbeeld om duurzame financiering aan te trekken of om hun marktaandeel te behouden. Dit zou een strategische keuze kunnen zijn voor ondernemingen die hun duurzaamheidsinspanningen willen blijven bewerkstelligen, ook als zij niet wettelijk verplicht zijn om dit te doen.
Daarnaast is het belangrijk om te benadrukken dat het voorstel van de Commissie op heden nog niet van kracht is. Het moet eerst goedgekeurd worden door het Europees Parlement en de Raad van de EU, en pas na goedkeuring kan de wetgeving in werking treden. Ondernemingen dienen zich aldus nog steeds te schikken naar de strengere ESG-regels.
BRON: https://commission.europa.eu/publications/omnibus-i_en