Het Grondwettelijk Hof heeft op 26 september 2024 een ingrijpend arrest geveld.
In het arrest nr. 102/2024 heeft het Hof immers komaf gemaakt met de absolute anonimiteit die de gametendonors voordien genoten.
Een kind die zich wil informeren naar diens afstamming, loopt op heden nog te vaak tegen de muur.
In artikel 57 van de Wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo’s en de gameten, vindt men dan ook de gewaarborgde anonimiteit terug van de donor. Deze behelst meer bepaald het verbod in hoofde van medewerkers van het fertiliteitscentrum om elke informatie die zou kunnen leiden tot de identificatie van de donor, mede te delen aan buitenstaanders, het donorkind inbegrepen.
Meer nog, de desbetreffende medewerkers dienen er alles aan te doen om deze gegevens ontoegankelijk te maken opdat de absolute anonimiteit van de donor nagestreefd kan worden.
Indien deze informatie niettemin toch openbaar gemaakt wordt (lees: aan het donorkind enige informatie met betrekking tot zijn afstamming verschaft wordt), is de medewerker strafbaar op basis van het artikel 458 van het Strafwetboek. Met andere woorden, de anonimiteit waarvan sprake, wordt streng bewaakt aan de hand van het beroepsgeheim.
Naar aanleiding van een procedure voor de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel, werden echter de volgende twee prejudiciële vragen gesteld:
Schendt artikel 458 van het Strafwetboek, in zoverre dit degene die is geboren uit een zwangerschap die tot stand is gebracht door een medische voortplantingsbehandeling met behulp van gedoneerde gameten, verhindert vanwege de verstrekker van deze behandeling eender welke informatie te bekomen betreffende diens biologische afstamming aan de zijde van de donor, artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens?
Schendt artikel 57 van de Wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo’s en de gameten, in zoverre dit degene die is geboren uit een zwangerschap die tot stand is gebracht door een medische voortplantingsbehandeling met behulp van gedoneerde gameten, verhindert vanwege de ECLI:BE:GHCC:2024:ARR.102 2 verstrekker van deze behandeling informatie te bekomen betreffende diens biologische afstamming aan de zijde van de donor dewelke kan leiden tot de identificatie van deze laatste, artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens?.
Men kan zich dan ook de vraag stellen of het belang van de donor om anoniem te blijven opweegt tegen het belang van het kind om informatie in te winnen over diens afstamming.
Het Grondwettelijk Hof acht op heden dit belang van de donor niet meer absoluut.
Het Hof oordeelt dan ook dat de weegschaal te veel doorweegt in het voordeel van de donor in die mate dat de anonimiteit absoluut wordt geacht en het kind nooit de mogelijkheid kan krijgen om informatie in te winnen over diens biologische geschiedenis.
De federale wetgever rest nu nog de belangrijke taak om de wet aan te passen tegen ten laatste 30 juni 2027.
Hoe de wetgever het belang van de donor om anoniem te blijven en diens recht op eerbiediging van zijn privéleven, op een redelijke manier zal afstemmen op het belang van het kind om informatie te verkrijgen over diens afstamming, valt nog maar af te wachten…
Eén ding is zeker: vanaf 1 juli 2027 kan men wel degelijk anoniem vader worden, met dien verstande dat deze anonimiteit niet meer absoluut zal zijn.
BRON: GwH arrest nr. 102/2024, 26 september 2024;
G. Verschelden, “Grondwettelijk Hof relativeert donoranonimiteit”, De Juristenkrant, Wolters Kluwer, Mechelen, 2024, 28e jaargang.