Afgelopen maand heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een belangrijk arrest gewezen omtrent de invulling van het schadebegrip in het gegevensbeschermingsrecht, zoals veruitwendigd in artikel 82 AVG. Hierin wordt bepaald dat eenieder die schade heeft geleden als gevolg van een inbreuk op de AVG, het recht heeft om van de verwerkingsverantwoordelijke/verwerker een schadevergoeding te ontvangen voor de geleden schade.
Het arrest is het gevolg van een geschil tussen U.I. en de österreichische Post, waarbij deze laatste informatie had verzameld over de politieke gezindheid van de Oostenrijkse bevolking, waaronder die van U.I., en de aldus gegenereerde gegevens aan verschillende organisaties had verkocht om hen in staat te stellen doelgerichte reclame te verzenden. U.I. was van oordeel dat hij hierdoor schade heeft geleden en spande een procedure aan voor de Oostenrijkse rechtbanken. In dit kader werden er vervolgens drie prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie omtrent de invulling van artikel 82 AVG, zijnde:
1) Volstaat een loutere schending van de bepalingen van het AVG voor een toekenning van schadevergoeding op grond van artikel 82 AVG?
Het Hof is van oordeel dat een inbreuk op de AVG onvoldoende is voor de toekenning van een schadevergoeding. Er moet weldegelijk schade zijn ontstaan hierdoor die in oorzakelijk verband staat met de inbreuk.
2) Op welke manier dient de schadevergoeding begroot te worden?
Hier oordeelde het Hof dat het beramen van de omvang van de schadevergoeding dient te gebeuren door de lidstaten vanwege het feit dat het AVG hieromtrent geen regelgeving bevat. Hierbij dienen wel de beginselen van doeltreffendheid en gelijkwaardigheid in acht te worden genomen. Verder oordeelde het Hof dat de schadevergoeding een louter compensatoire functie heeft en dat het dus niet vereist is dat de rechter een punitieve schadevergoeding oplegt.
3) Mogen er in het nationale recht drempels worden opgeworpen aan de mate van ernst van de schade?
Op deze vraag antwoordde het Hof met een zeer duidelijke neen. Aangezien er in artikel 82 AVG geen drempel werd ingebouwd, is het Hof van oordeel dat elke vorm van schade in aanmerking komt voor een schadevergoeding, hoe miniem deze ook moge zijn. Uiteraard is het wel vereist dat de betrokkene de schade kan aantonen.
Aangezien er nog talrijke gelijkaardige geschillen aanhangig zijn bij het Hof, zal de invulling van artikel 82 AVG de komende maanden nog verder geconcretiseerd worden. Afwachten dus…
Bron: HvJ 4 mei 2023, C-300/21